NAVO moet op verjaardagsfeest interne verdeeldheid oplossen
De laatste NAVO-topontmoeting werd in april 2008 gehouden in de Hongaarse hoofdstad Boekarest. Sindsdien is er veel gebeurd in de internationale (veiligheids)politiek.
In mei vorig jaar volgde Dmitri Medvedev Vladimir Poetin op als president van Rusland. In augustus voerde Rusland een korte oorlog met Georgië. Daarop schortten NAVO en EU het overleg met Moskou op. En in november koos Amerika Barack Obama tot nieuwe president.Op 3 en 4 april viert het Atlantische bondgenootschap zijn zestigste verjaardag met een top in het Franse Straatsburg en het Duitse Kehl. Gezien de roerige ontwikkelingen sinds de conferentie in Boekarest kan het interessant worden; wat staat er op de agenda van de NAVO en hoe ziet de toekomst eruit?
Onder Medvedev is de assertieve toon in de richting van het Westen, over onder meer het Amerikaanse raketschild en verdere NAVO-uitbreiding, niet anders dan onder Poetin. Ook Medvedev dreigde met het plaatsen en/of richten van kernwapens. Recent vocht Moskou weer een gasconflict uit met Oekraïne, waarbij de kraan ook voor Oost-Europese (EU-)staten dichtging.
Toch is er sprake van een koerswijziging in Moskou, als gevolg van de internationale financiële crisis. Sinds begin dit jaar is de antiwesterse retoriek vanuit het Kremlin grotendeels verstomd. Laat dat dan een van de weinige pluspunten zijn van de kredietcrisis. Door zijn eenzijdige op gas en olie gestoelde economie en de enorme prijsdalingen daarvan heeft Rusland veel meer te lijden van de kredietcrisis dan West-Europa. De aantasting van het energiemachtsmiddel drijft Medvedev –tegen wil en dank– weer in de armen van het Westen voor economische samenwerking. Daarom zingt Moskou een (assertief) toontje lager. In november hervatte de EU het overleg met Moskou en de NAVO besloot daar onlangs toe. Overleg is goed, want isolatie van Rusland geeft toenadering tot paria’s als Venezuela, Cuba, Libië en Iran, waar Moskou noch het Westen mee gebaat is. Wel moet de NAVO het Kremlin duidelijk maken waar de grenzen van machtspolitiek liggen.
Takenpakket
Tot aan het Russisch-Georgische conflict van augustus 2008 waren de lidstaten van het bondgenootschap slechts gefixeerd op crisisbeheersingsoperaties in het buitenland. Na dit conflict en na de bekendmaking van Medvedevs beleidspunten –als bescherming van Russische minderheden elders en legitieme Russische belangen in bepaalde (voormalige Sovjet)regio’s– is dit beeld drastisch veranderd. Een aantal verontruste landen, vooral de Baltische staten maar ook Polen, Roemenië en Engeland, heeft erop aangedrongen om de oudste NAVO-taak, collectieve ver-dediging (tegen Rusland), weer op de agenda te plaatsen. Een van de voorstellen is om voor collectieve verdediging een troepenmacht van 3000 militairen permanent paraat te houden, zodat de (bezorgde) NAVO-lidstaten hun legers met een gerust hart kunnen blijven inzetten voor vredesmissies, terwijl over hun veiligheid wordt gewaakt.
De nieuwe regering in Washington zet zich in voor goede relaties met Europa, vooral via de NAVO. Hillary Clinton gaf onlangs een duidelijke boodschap af dat Amerika onder Obama wil luisteren naar de Europese bondgenoten. Dat leidt direct naar de problematiek van Afghanistan. Omdat de operatie tegen de taliban kennelijk toch niet het verwachte resultaat heeft opgeleverd, sturen de VS duizenden extra troepen om –net als in Irak– verzet de kop in te drukken. Daarbij kijkt Washington wel heel nadrukkelijk naar de Europese bondgenoten, waarvan het ook meer (troepen)inzet verwacht in Afghanistan, daar waar het gaat om een dreiging tegen het gehele Westen.
Vooralsnog geeft Europa niet thuis. De Europese lidstaten hadden een punt met hun klachten over het eenzijdige Amerikaanse optreden onder Bush, maar zullen ook van hun kant bereidwilligheid moeten tonen om actief mee te doen, en met meer dan alleen woorden.
Interne verdeeldheid
De grootste blokkade voor de toekomst van de NAVO is interne verdeeldheid. Op de Boekaresttop van april 2008 tekende zich –inzake het NAVO-lidmaatschap van Georgië en Oekraïne– een patstelling af tussen twee kampen. Enerzijds dat van het ‘oude’ Europa, Duitsland en Frankrijk en tegenwoordig ook Nederland, en anderzijds dat van het ‘nieuwe’ Europa van voormalige Sovjet-republieken, de Balten, en voormalige Warschaupact-staten als Roemenië en Polen, die samen met Engeland de trans-Atlantische lijn voorstaan en bezorgd zijn over het assertieve Rusland. Een jaar na dato bestaat er geen toenadering tussen de twee.
De interne verdeeldheid ondermijnt het westerse veiligheidsbeleid, en daarmee de toekomst van de NAVO. Laat het opheffen van die tweedracht boven aan de agenda van de aanstaande top staan.
Slechts met hernieuwde eendracht kunnen de andere uitdagingen slagvaardig worden aangepakt.
De auteur is Ruslandkundige en als onderzoeker internationale veiligheid verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.
Reageren aan scribent?goedbekeken@refdag.nl.