„Gevoel voor menselijke maat weg in RK-Kerk”
De Rooms-Katholieke Kerk heeft het gevoel voor de menselijke maat verloren, vindt prof. dr. Jean-Pierre Wils, die de kerk recent verliet vanwege de affaire-Williamson. De hoop op een binnenkerkelijke reformatie heeft hij opgegeven.
De hoogleraar cultuurtheorie van de moraal aan de Radboud Universiteit Nijmegen zei dit gisteren tijdens een actualiteitencollege onder de titel ”Religie en kritiek – een ongemakkelijke combinatie”. Wils ging in op de achtergronden van zijn stap om de Rooms-Katholieke Kerk te verlaten en stond stil bij de manier waarop religie volgens hem met kritiek omgaat.De hoogleraar begon met enkele voorbeelden van wat hij „moreel cynisme” noemt. Hij noemde onder andere de abortus van een tweeling bij een negenjarig Braziliaans meisje dat verkracht was door haar stiefvader. „Omdat ze maar 36 kilo woog, besloten de moeder en de artsen tot abortus om haar leven te redden. Maar ze zijn door de aartsbisschop geëxcommuniceerd, omdat de wil van God volgens hem boven alle menselijke wetten staat.”
Iedereen met gezond moreel gevoel kan niet anders dan verbijsterd zijn door deze houding, stelt Wils. „De daad van de moeder en de artsen was niet verwerpelijk, maar juist moreel verplicht. Het extremisme van de kerk houdt geen rekening meer met algemeen menselijk gevoel.” Dat de kerk de vader van de Italiaanse comapatiënte Eluana Englaro een beul noemt, vindt hij „een grove aanklacht tegen iedere vorm van algemeen-menselijke moraliteit.”
Een ander geval waarin de „droevige toestand” van de kerk in zijn ogen duidelijk wordt, is hoe er werd omgegaan met drie theologen van de universiteit van Regensburg die hun handtekening plaatsten onder een petitie waarin de paus werd opgeroepen trouw te blijven aan het tweede Vaticaanse concilie. De bisschop eiste dat ze hun steun terugnamen, op straffe van het intrekken van hun recht om les te geven.
Wils: „Stelt u zich voor dat men om in Nederland les te geven over de islam toestemming moet vragen in Caïro of Teheran. We zouden dat nooit accepteren, maar in de Rooms-katholieke Kerk is het gewone praktijk.”
Het laatste voorbeeld maakt volgens Wils duidelijk hoe men omgaat met kritiek: „De belangrijkste deugd van de intellectueel, namelijk dat hij in staat is kritiek te geven, wordt niet meer gewaardeerd. Ik ben een groot voorstander van het ideaal dat op de universiteit alles gezegd mag worden, als het maar met goede argumenten is. Dit wordt echter steeds moeilijker. Religie levert steeds meer kritiek op kritiek.”
De Nijmeegse hoogleraar stond uitgebreid stil bij een „lievelingsuitspraak” van de huidige paus, waarin deze de „dictatuur van het relativisme” hekelt. Wils ziet hierin „de diep antimoderne, zelfs moderniteitvijandige houding van de kerk” naar voren komen.
De ondertoon dat in westerse samenlevingen alles maar kan, is volgens hem „ver verwijderd van de werkelijkheid. De moderniteit heeft wel degelijk een aantal vaste uitgangspunten, zoals de universele mensenrechten en het recht op kritiek door de burgers.”
„Het is de plicht van theologen kritisch te zijn. Ik heb het gevoel hierin stuk te lopen, en geloof nu niet meer in de hervormbaarheid van het instituut van de kerk”, lichtte Wils zijn motieven om de kerk te verlaten toe. „Omdat mijn levenstijd en energie begrensd zijn, heb ik ervoor gekozen te zoeken naar nieuwe mogelijkheden, in plaats van me te blijven verbruiken in vage toekomstbeelden van verandering.”