„Jatrophaolie blijkt technisch zelfs beter dan kerosine: hij levert meer energie en is beter bestand tegen vrieskou”, zei directeur milieustrategie Billy Glover van Boeing gisteren bij een presentatie in Brussel.De Amerikaan verwacht dit jaar de eerste contracten over commerciële leveringen. Binnen drie à vijf jaar zouden vliegtuigen dan jatrophaolie kunnen tanken.De biobrandstof is volgens hem al commercieel aantrekkelijk als de ruwe olie 70 à 80 dollar per vat kost.

Boeing meent dat vrijwel alle vliegtuigen geschikt zijn te maken voor de biobrandstof. Inmiddels zijn in de Verenigde Staten al meerdere testvluchten gedaan met Boeings op olie van de jatropha. Die bleken een succes, aldus Glover.

De jatropha, die in het Nederlands wel purgeernoot of schijtnoot wordt genoemd wegens zijn laxerende werking, groeit vooral in Afrika en Zuid-Amerika. Maar de plant kan volgens Glover eigenlijk op elke continent worden geteeld. „Ze groeien op plaatsen waar nu geen landbouw is”, zo pareerde Glover de kritiek dat de metershoge plant de voedselteelt voor hongerige Afrikanen zou verdringen.

Glover besprak de jatropha dinsdag nog in Amsterdam met topman Peter Bakker van TNT. Het Nederlandse postbedrijf heeft in Malawi een plantage voor deze plant opgezet als compensatie voor CO2-uitstoot.

Boeing hecht grote waarde aan een omschakeling naar milieuvriendelijker brandstoffen. Jatropha kan daarbij een belangrijke rol vervullen. De jatrophaolie heeft een simpeler structuur dan fossiele brandstof en volgens Boeing is de biobrandstof beter dan kerosine.

Een andere veelbelovende plant voor de productie van vliegtuigbrandstof is bijvoorbeeld de huttentut (ook wel camelina genoemd). In de verre toekomst voorziet Boeing brandstof op basis van algen. Die bevatten eigenlijk de meeste olie. „Maar algenteelt heeft nog zeker tien jaar technische verbeteringen nodig. De kosten zijn nu te hoog. En de algenolie bevat nog te veel water.”

Het bedrijf Diligent Energy Systems uit Eindhoven gaat dit jaar 60.000 liter jatrophaolie leveren aan Boeing.