Kunstopleiding mist aansluiting arbeidsmarkt
De kunstopleidingen sluiten bij een aantal studierichtingen onvoldoende aan op de arbeidsmarkt. Dat heeft minister Plasterk (Cultuur) gisteren geschreven aan de Tweede Kamer.
Uit Plasterks reactie blijkt dat de werkloosheid boven het hbo-gemiddelde ligt en dat de afgestudeerden kritisch zijn over de wijze waarop de opleiding hen voorbereidt op de arbeidsmarkt. Bovendien is volgens de minister de inkomenspositie van afgestudeerden van het kunstvak-onderwijs slechter dan van andere hbo-afgestudeerden.De Kamer had Plasterk gevraagd het kunstvakonderwijs eens kritisch tegen het licht te houden. Enkele partijen vragen zich af of in Nederland niet te veel kunstenaars worden opgeleid, wat ertoe leidt dat zij te afhankelijk worden van overheidssubidies.
Mensen met een hbo-kunstopleiding verdienen gemiddeld een kwart minder dan afgestudeerden van het hbo als geheel. Onder afgestudeerden van het kunstvakonderwijs is 7,3 procent anderhalf jaar na het eindexamen werkloos, blijkt uit cijfers over 2007. Hbo-breed is dit 3,5 procent.
Het beeld van de afgestudeerden zelf is dat 32 procent de opleiding een goede basis vindt om te starten op de arbeidsmarkt, tegen 59 procent binnen het totale hbo.
In Duitstalige en Scandinavische landen is een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, stelt een Europese vergelijking.
De problemen zijn het grootst bij de afstudeerrichting voor beeldend kunstenaar, aldus minister Plasterk.
De bewindsman roept kunst-opleidingen op vooral op landelijk niveau veelvuldig te overleggen met de cultuursector. Ook vraagt hij de HBO-raad een sectorplan op te stellen voor het kunstvakonderwijs.
De basiskwaliteit van de opleidingen staat volgens de minister niet ter discussie.
Uit gegevens van drie hogescholen blijkt dat ongeveer vier op de vijf kandidaten voor een opleiding in het kunstvakonderwijs worden afgewezen. Toch is Plasterk overtuigd dat selectie aan de poort op een goede manier wordt toegepast.