Religie speelt rol bij beroep op intensieve zorg
Mensen met een sterk religieus besef willen bij het naderen van de dood vaker dat de arts er alles aan doet om te vechten voor het leven dan mensen zonder religieuze binding.
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek onder 345 terminale kankerpatiënten waarvan de resultaten zijn verschenen in het tijdschrift Journal of the American Medical Association. De onderzoekers volgden patiënten tot aan hun sterven.Patiënten die „geregeld in gebed gingen”, kregen drie keer vaker intensieve levensverlengende zorg dan degenen die weinig met religie ophadden, aldus de Britse nieuwszender BBC. De eerste groep scoorde het laagst als het ging om het invullen van een verklaring waarin wordt afgezien van reanimatie. Zij werden verhoudingsgewijs dan ook vaker gereanimeerd, aan een beademingsapparaat aangesloten of voorzien van sondevoeding. Ook kregen zij vaker een chemokuur. Tegelijk verkleinde dit de mogelijkheden om in hun eigen huis te sterven.
Bijna een derde van de kankerpatiënten zei dat „hun godsdienstige overtuiging de belangrijkste drijfveer vormde om hen gaande te houden.” De onderzoekers concluderen dat een sterke religieuze binding mensen ondersteunt in het omgaan met de stress die hun ziekte met zich meebrengt.