Geen milieurisico door kunstmatige nanodeeltjes
Kunstmatige nanodeeltjes die in het milieu terechtkomen, vormen daar op zich geen groot risico. Ze zijn in aandeel namelijk te verwaarlozen in vergelijking met de concentraties ‘natuurlijke’ nanodeeltjes, bijvoorbeeld uit roet van bosbranden.
Nanodeeltjes kunnen zich in het milieu ophopen in organismen zoals waterpissebedden en vlooien. De deeltjes zijn in staat celwanden te passeren en schade aan de cel toe te brengen. Daardoor zouden nanodeeltjes kankerverwekkend kunnen zijn, reden waarom er zorg bestaat over de hoeveelheid kunstmatige nanodeeltjes die in het milieu worden gebracht.Maar die zorg is onterecht, zo blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit en instituten uit de Verenigde Staten en Zwitserland.
Nanodeeltjes zinken in het milieu naar waterbodems. Onderzoek heeft nu vastgesteld, dat in het slib minstens tienduizend keer meer nanodeeltjes van natuurlijke oorsprong voorkomen. Die schatting is volgens de Wageningen Universiteit aan de zeer behoudende kant. Realistischer is waarschijnlijk dat de verhouding een op tien miljoen is.
Nanotechnologie is sterk in opkomst. De industrie gebruikt de techniek voor de fabricage van computerchips, maar ook voor bijvoorbeeld cosmetica en huidcrèmes. Met het afvalwater van dergelijke industrie spoelen kunstmatige nanodeeltjes weg, die via het riool uiteindelijk bezinken in rivier- of zeebodems. Wereldwijd lopen er tal van onderzoeken naar de eventuele gezondheidsrisico’s van nanotechnologie.
De onderzoekers publiceren hun bevindingen deze maand in het wetenschappelijke tijdschrift Environmental Pollution.