Belder: Streven naar vrede komt niet van twee kanten
„Ze lijken tegenstrijdig, en toch zijn ze alle goed onderbouwd.” Alfred Muller doelde op de invalshoeken waaruit het conflict Israël en de Palestijnen kan worden bezien. Dinsdag was Muller te gast bij Near East Ministry in Nijkerk om zijn nieuwe boek ”Hoe groot mag Israël worden?” te presenteren.
„Dit boek geeft geen eenvoudige, heldere antwoorden”, aldus de Israëlcorrespondent voor het Reformatorisch Dagblad, het Nederlands Dagblad, Near East Ministry en Israël Aktueel. Uitgever Boekencentrum beaamt dat: „Ik hoop dat dit boek de kretologie tot zwijgen brengt.”De complexiteit ligt voor Muller in het zoeken van een weg waarbij recht gedaan wordt aan de politieke realiteit en de landbelofte uit Genesis 15, waarin God Abraham belooft: „Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath.”
De landbelofte blijft, maar de grenzen mogen flexibel zijn, vindt Muller. Met het boek wil Muller zowel christenzionisten als pro-Palestijnse christenen oproepen om niet te gemakkelijk stelling te nemen in het debat.
Terughoudendheid
In een historisch exposé schetste Muller de problematiek van het Midden-Oosten. Het belangrijkste probleem is het aantal Joden en Palestijnen in Israël en de bezette gebieden. Dat is nu vijf miljoen tegen vier miljoen stateloze Palestijnen op de Westoever en in Gaza. Van een Joods land is geen sprake meer als Palestijnen binnen de grenzen van Israël de meerderheid gaan vormen.
„Misschien moeten we met het conflict leren leven”, concludeerde Muller. „Wel kan de politiek ervoor zorgen dat de grootste, gevaarlijke punten worden geneutraliseerd of zelfs verbeterd. Er kan wel degelijk iets veranderen.”
Opgerekte grenzen
Drs. B. Belder, europarlementariër van de gecombineerde CU/SGP-fractie, vroeg zich in reactie op het boek af of het streven naar vrede wel van twee kanten komt. In de Arabische wereld wordt de Joodse staat niet erkend, ook niet door de vredesverdragen van Jordanië en Egypte met Israël en evenmin door de Palestijnse leider Mahmoud Abbas. „Daar helpt geen enkele Israëlische concessie tegen.”
Tevens uitte hij zijn zorg over het groeiende en radicaliserende aantal Israëlische Arabieren. In reactie op de titel van het boek, parafraseerde hij: „Hoe klein mag Israël worden?”
Ds. H. Poot van de stichting Christenen voor Israël ging vanuit een theologische invalshoek in op het boek. „In Israël heeft Bijbelse geschiedenis plaatsgevonden. Adam en Eva liggen hier begraven. Jezus heeft er rondgewandeld. Het gaat over Gilgal, waar Israël binnenkwam. Het is ook een gebied met een enorme profetische dimensie. Daar zal de Herderkoning Zijn volk vergaderen en op de bergen van Sion wijden.”
Van daaruit pleitte hij tegen het opgeven van de bezette gebieden voor de vorming van een Palestijnse staat. „Jozua zei bij Silo: „Wat staan jullie daar, waarom trekken jullie het land niet in?” We mogen dan niet zeggen dat de politieke realiteit dat niet toelaat. Dat zeiden de tien verspieders ook. Maar twee lieten een ander geluid horen: „Hoe politiek ook, we staan op de beloften van God.””
Ook in de geschiedenis van de huidige staat Israël werkt God. Hij heeft de grenzen opgerekt, toen Israël in 1948 dacht genoeg ruimte te hebben. „Ik geloof dat in de bitterste benauwdheid God zelf verruiming zal geven.”
Hij tekende overigens ook aan dat de vreemdeling in de Bijbel veel plaats krijgt, „zolang hij maar respect heeft voor Israël en de God van Israël.”