De SP wilde weten of er ooit mensen zijn gearresteerd voor dierenrechtenextremisme en voor de rechter zijn gebracht. Hirsch Ballin bleef daarop het antwoord schuldig, omdat hij op dat moment niet over een overzicht beschikte.Zijn collega Ter Horst van Binnenlandse Zaken zei het ongeduld van de Kamer te begrijpen. „Dat is ook ons ongeduld", voegde ze eraan toe. Uit het feit dat er nog weinig resultaten op tafel liggen, valt volgens Ter Horst af te leiden dat de strijd tegen radicale dierenactivisten „echt ingewikkeld" is. Het betekent niet dat de autoriteiten er weinig belangstelling voor hebben, aldus de bewindsvrouw.

De SGP had Ter Horst en Hirsch Ballin naar de Kamer geroepen nadat een Britse infiltrant, van wie de betrouwbaarheid ter discussie is komen te staan, afgelopen weekeinde voor de NOS–camera had gezegd dat radicale dierenactivisten steeds vaker Nederland als uitvalsbasis kiezen voor hun acties. Ze zouden hierheen uitwijken, omdat de wetten in Groot–Brittannië zijn aangescherpt.
Dat is volgens Ter Horst zorgelijk, maar niet nieuw. Het beeld dat de man schetste, past volgens haar bij de analyse die de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) al in 2007 maakte. De aanpak van dierenextremisme is daarop geïntensiveerd. Ter Horst vroeg de Kamer daarin vertrouwen te hebben.

Hirsch Ballin wees erop dat er bij het landelijk parket van het Openbaar Ministerie (OM) drie officieren van justitie zijn belast met de opsporing en vervolging van dierenrechtenextremisten. Een van hen is de landelijk coördinator en stuurt ook het landelijk politieteam tegen deze „zeer ernstige vorm van criminaliteit” aan, zei de minister.

Hij zal zijn collega’s in Europa nog eens wijzen op het belang van goede internationale samenwerking. De Europese politieorganisatie Europol speelt daarbij volgens Hirsch Ballin ook een belangrijke rol.