Het voortdurende dilemma van de Israëlische landsgrenzen
„Als een rode draad loopt door de Israëlische politiek de vraag over de landsgrenzen: moet er een aparte staat voor de Palestijnen op de Westoever en in de Gazastrook komen of moet Israël die gebieden in zijn bezit houden omdat er een veiligheidsprobleem ontstaat als Israël zich terugtrekt?”
Alfred Muller weet dat die vraag tot verhitte discussies in Israël kan leiden. Muller woont sinds 1983 in Israël waar hij correspondent is voor deze krant, het Nederlands Dagblad, Near East Ministry en Israël Aktueel. Van zijn hand zijn er al drie boeken en verschillende brochures verschenen over het beloofde land.Dinsdag is op een symposium het vierde boek gepresenteerd van Muller, die al van zijn „jeugd af aan betrokken is op het land van de Bijbel.” In het boek, getiteld ”Hoe groot mag Israël worden?”, probeert Muller een antwoord op deze vraag te geven.
Waarom dit boek?
„In feite is het boek een uitgebreide analyse van de vraag over de landsgrenzen. Die vraag loopt als een rode draad door de geschiedenis van het land. De Britse minister Arthur Balfour schreef al in 1917 in een brief dat de Britse regering voor de oprichting van een nationaal tehuis voor het Joodse volk was. De oprichting mocht echter niet ten koste gaan van de Arabieren die er al woonden.
Voortdurend staan de Israëlische politici voor dat dilemma: moeten we ons afscheiden van de Palestijnen op de Westoever en in de Gazastrook om Israël als Joodse natie te bewaren en om vrede te krijgen of komt onze veiligheid in het geding als we die gebieden afstaan?” Voor een aantal spelen ook nationalistische en religieuze argumenten een rol, waardoor ze geen afstand willen doen van de westoever, het Bijbelse Judea en Samaria.”
Denk je dat het probleem een keer wordt opgelost?
„Ik verwacht niet dat het dilemma bevredigend wordt opgelost. Je mag hooguit verwachten dat de situatie verbetert.”
Dat wil zeggen…
„Dat betekent dat er een bevredigende balans wordt gevonden tussen de veiligheidseisen van Israël enerzijds en anderzijds de soevereiniteitseisen van de Palestijnen. Dat is heel moeilijk en het wordt bovendien nog eens versterkt door de radicale islamieten die Israël niet willen accepteren.
Sommige Israëliërs op de Westoever zeggen: „Als wij weg zouden gaan en er daardoor vrede zou komen, dan heeft dat nut.” Ze voegen eraan toe: „Als wij de Westoever verlaten, zul je zien dat er nog geen vrede komt.”
Hebben zij het bij het juiste eind?
„Ze hebben gelijk wat betreft de radicale gewelddadige moslims. Er zijn echter ook gematigde Palestijnen die wel in vrede willen leven met Israël. Ik wil benadrukken dat er ook recht gedaan moet worden aan de Palestijnen. De bezetting brengt veel leed met zich mee, ook voor de Palestijnse christenen.”
In het boek besteed je uitgebreid aandacht aan de christenzionisten. Zij zullen geen warme voorstanders zijn van het afstaan van gebieden?
„Zij zijn over het algmeen tegen territoriale concessies. Zij zeggen: „Dit land is aan de Joden beloofd.” Dan zeg ik: „Maar Israël zit met het feit dat het is opgericht als een Joodse natie.” De vraag is in hoeverre je daar nog van kan spreken als Israël heerst over grote groepen Arabieren. Bovendien brengt een bezetting ernstige morele problemen met zich mee.
Christenzionisten wijzen altijd op de landbelofte aan Abraham. Die landbelofte is echter in de geschiedenis vervuld. Er hebben altijd Joden in het land Israël gewoond. Soms werden ze uit Jeruzalem verbannen, maar dan woonden ze wel elders in het land. Dus die landbelofte is tot op de dag van vandaag vervuld.
Tegelijk zie je dat de grenzen aan verandering onderhevig zijn geweest. Dat lees je in de Bijbel, dat gebeurde de afgelopen 2000 jaar en dat zal in de toekomst zo zijn. Wat ik dus wil zeggen is dat de landbelofte vastligt, maar de grenzen niet. De grenzen veranderen door politieke en militaire omstandigheden. Dus, we hoeven over deze grenzen niet zo krampachtig te doen. Territoriale concessies heffen de landbelofte niet op.”
Ik denk dat christenzionisten dat niet zo zien?
„Bij hen zie je vaak een soort ongeduld. Ze willen dat alles direct wordt vervuld. Het gevaar dreigt dat ze dan teleurgesteld raken in Israël. Dat heb ik vrij vaak gezien. Dan bidden ze dat rechtse politici aan de macht komen die geen concessies aan de Palestijnen doen. Maar die doen dat soms wel en dan valt de steun weg. Dat zag je bij gebeuren toen Sharon de Gazastrook ontruimde. Vele christenzionisten keerden zich daarop tegen Sharon.”
Mede n.a.v. ”Hoe groot mag Israël worden? De spanning tussen landbelofte en politieke realiteit””, door Alfred Muller; Uitg. Boekencentrum i.s.m. Near East Ministry, 2009; ISBN 9789023923428; 112 blz.; 9,90 euro.