Een onopvallend surveillerende agent was getuige van het feit dat de twee in een warenhuis aan de Voorstraat make-up meenamen zonder te betalen. Twee opgeroepen collega-agenten confronteerden de meisjes eenmaal buiten met de diefstal.Zij werden meegenomen naar het politiebureau waar ze naast de make-up ook bekenden eerder die dag kleding en twee kettingen te hebben gestolen. Tijdens het verhoor verklaarden de meisjes dat zij in de afgelopen tijd meerdere winkeldiefstallen hadden gepleegd en zij deze spullen thuis hadden liggen.

De moeders van de meisjes werden hiervan telefonisch op de hoogte gesteld. Een deel van deze spullen werd na inventarisatie door de moeders van de meisjes naar het bureau gebracht. De andere spullen waren op dat moment niet vindbaar. Na het verhoor zijn de meisjes heengezonden. De politie onderzoekt de zaak.