Simonis: Wijzig naam Bond tegen het Vloeken
Rooms-katholieken gebruiken gemakkelijker de naam van God dan protestanten, omdat ze vertrouwelijker met Hem omgaan. Bij protestanten gaat het meer om Gods heiligheid. Dat zei kardinaal A. Simonis zaterdag in Veenendaal tijdens de jaarlijkse toerustingdag voor vrijwilligers van de Bond tegen het Vloeken. De kardinaal, die lid is van het comité van aanbeveling van de Bond, sprak over het thema: ”Vloeken in de context van de huidige cultuur”.
Protestanten zouden meer dan rooms-katholieken de heiligheid van God beklemtonen. „Protestanten zijn op dat punt in het Oude Testament blijven hangen. Ik heb het bij de protestanten altijd bewonderd dat ze de majesteit van God zo hoog houden. Wij zijn misschien eenzijdig op het Nieuwe Testament gericht. Jezus ging ook heel vertrouwelijk met God om.”De voormalige aartsbisschop van Utrecht vertelde dat hij in zijn opvoeding niet vloekte, ook omdat vloeken, evenals schuttingtaal, als onbeschaafd gezien werd. Wel gebruikt hij de naam van God waar protestanten dat niet doen. Zo kan hij als hij erge pijn heeft zeggen: „God nog aan toe.” Dan is dat voor hem geen vloek. Hetzelfde geldt voor de uitspraak die hij eens deed en waarvoor hij door een predikant op de vingers getikt werd: „Dat moeten wij in Gods Naam niet doen.”
T. Bor, directeur van de Bond, zei dat het gevaar bestaat dat dergelijke uitspraken een leeg gebruik worden. De kardinaal antwoordde dat hetzelfde mogelijk is met de woorden van een gebed. „Ik bid dagelijks een gebed van veertig minuten. Soms weet ik aan het eind niet meer wat ik gebeden heb. Als ik zeg: „Dat moeten we in Gods Naam niet meer doen, dan meen ik het.”
Hij verwees naar de Amerikaanse president Barack Obama, die herhaaldelijk zegt: ”God bless you”. „Ik vraag me af of hij dat elke keer bewust zegt, maar het is wel goed dat het gebeurt.”
Kardinaal Simonis was onlangs in India, waar hij aan verschillende bisschoppen vroeg of hun gemeenteleden wel eens vloeken. Het kwam er niet voor. „In de Indiase ziel is zo’n respect voor de godheid dat ze niet vloeken. Het was voor mij een eye-opener. Het is een paradox dat schuttingwoorden daar wel gebruikt worden.”
De kardinaal heeft grote bewondering voor de protestanten die de Bond hebben opgericht. „Als je iets dergelijks onder rooms-katholieken zou opzetten, zou je geen voet aan de grond krijgen.”
De Bond gaat wel proberen ook in rooms-katholieke gebieden te werven. Binnenkort staat de organisatie met een stand in ’s-Hertogenbosch.
Tijdens zijn lezing citeerde Simonis gedeelten van zondag 36 en 37 uit de Heidelbergse Catechismus. Bij het lezen ervan dacht hij eerst dat het alleen om woorden ging, zei hij, maar bij nader inzien bleek het ook om de werken te gaan. Hij denkt bij werken bijvoorbeeld aan de Eerste Golfoorlog, waarin mensen in de Naam van God zeiden oorlog te voeren. Dat vindt hij erger dan het gebruiken van een vloek.
Simonis vroeg aandacht voor de positieve betekenis van het „derde woord”. Dat positieve zag hij verwoord in de eerste bede van het Onze Vader: ”Uw Naam worde geheiligd.” Hij stelde voor om de naam van de organisatie te veranderen in ”Bond voor de heiliging van Gods Naam”.
Met die positieve insteek wilde hij God op een positieve manier aan de orde stellen in de geseculariseerde samenleving. Volgens hem werkt deze maatschappij „met al zijn zelfontplooiing en zelfverwerkelijking” verstikkend en worden er „kwetsbare mensen” gekweekt. „Hoe verademend is dan de bede: „Uw Naam worde geheiligd”. Daarin klinkt door dat wij ons niet aan onze haren uit het moeras omhoog kunnen trekken.”
Simonis wil graag dat christenen in het publieke leven getuigenis afleggen van hun geloof in Jezus Christus, al is het maar stamelend. „God neemt de wereld serieus en dat moeten wij ook doen.”
Dat hoeft niet alleen te gebeuren door middel van woorden maar het kan ook door de zeven werken van barmhartigheid te doen. „De ontdekking dat niet wij zelf het middelpunt van ons bestaan zijn, werkt bevrijdend. Deze ontdekking kan de ziekmakende zelfverwerkelijking van de mensen ontmaskeren. In een solidaire samenleving kunnen mensen genieten van anderen en van de Ander.”