Buitenland

Tribunaal wijst vonnis tegen rechterhand Karadzic

De Kamer van Beroep van het Joegoslavië–Tribunaal doet dinsdag uitspraak in de zaak tegen Momcilo Krajisnik (64). Die was tijdens de oorlog in Bosnië (1992/95) een van de sleutelfiguren van de leiding van de etnische Serven, naast Radovan Karadzic, Ratko Mladic en Biljana Plavsic.

ANP
13 March 2009 16:07Gewijzigd op 14 November 2020 07:30
Momcilo Krajisnik. Foto ANP
Momcilo Krajisnik. Foto ANP

Krajisnik werd in 2006 in eerste aanleg veroordeeld tot 27 jaar cel. De strafkamer onder leiding van de Nederlandse VN–rechter Alphons Orie achtte hem schuldig aan onder meer moord, vervolging, uitroeiing en deportatie. Van de aanklacht genocide werd Krajisnik vrijgesproken.Volgens de uitspraak heeft Krajisnik samen met Karadzic en anderen meegedaan aan een gezamenlijk crimineel project van „etnische zuiveringen": moslims en Kroaten moesten in groten getale worden verwijderd uit de gebieden die de Serven voor zichzelf claimden in Bosnië. „Hij nam op de koop toe dat een zware prijs van lijden, dood en vernietiging noodzakelijk was om de Servische overheersing te bereiken" in die gebieden, aldus de rechters. Zij hielden hem verantwoordelijk voor het doden van zo’n drieduizend moslims en Kroaten en het verdrijven van meer dan 100.000 niet–Serviërs uit grote delen van Bosnië.

Krajisnik was tijdens de oorlog Bosnisch–Servisch parlementsvoorzitter, bestuurslid van Karadzic’ „Servische Democratische Partij" en lid van de „Nationale Veiligheidsraad" van Republika Srpska. Volgens de aanklagers was hij ook lid van het collectieve presidentschap van die Bosnisch–Servische republiek.

Krajisnik houdt vol onschuldig te zijn en ging dan ook tegen zijn veroordeling in hoger beroep. Hij was naar eigen zeggen vooral parlementsvoorzitter en had niets te maken met regeringsbesluiten tot de misdaden waarvoor hij is veroordeeld. Een van de opvallendste momenten van het hoger beroep van Krajisnik was in november 2008 de getuigenis van Karadzic, die pas in juli 2008 was gearresteerd, bijna twee jaar na de uitspraak tegen Krajisnik in eerste aanleg.

Karadzic deed zijn best om Krajisnik vrij te pleiten. Als Krajisnik in notulen van vergaderingen genoemd wordt als lid van het collectieve presidentschap, dan is dat een fout van de notulist, aldus Karadzic. En de documenten die Krajisnik namens het Bosnisch–Servische leiderschap tekende? Die waren niet belangrijk; mijn secretaresse had die kunnen tekenen, aldus Karadzic: Krajisnik had „geen enkele macht" in de regering. Krajisnik luisterde af en toe glimlachend hoe zijn oude vriend probeerde hem uit de wind te houden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer