Marokko onverwacht vruchtbare bodem extremisme
Marokko leek lange tijd immuun voor de extremistische politieke islam. De koning is in de islamitische monarchie Marokko tenslotte ook een autoriteit op het gebied van religie. Hij is een nakomeling van de profeet en aanvoerder van de Marokkaanse gelovigen.
Maar niet alle Marokkaanse gelovigen menen dat de vorst zijn religieuze taken naar behoren uitvoert. De komst van fundamentalistische predikers uit Saoedi–Arabië in de jaren zeventig bleek een bron van inspiratie voor de puristen die met hart en ziel en vooral wapens en explosieven het verderfelijke ongeloof en de vijanden van de Islam, meestal westerse mogendheden en Israël, willen bestrijden.In de jaren zeventig was er al een groepje islamisten met een eigen gewapende tak die zich Islamitische Jeugd noemde. In de jaren tachtig dook de Organisatie van Marokkaanse Strijders op. Veel leden van deze groepjes zouden zich later in Europa vestigen.
Sinds begin jaren negentig geldt de Islamitische Strijdgroep van Marokko (GICM) als een van de actiefste terroristische netwerken. De GICM is blijkens onder meer bloedige aanslagen, zoals die in maart 2004 in Madrid, in Europese landen genesteld.
De extremisten vinden de Marokkaanse gemeenschap in Europa al heel lang een geschikte uitvalsbasis en goed recruteringscentrum voor terroristische projecten. Al in augustus 1994 schoten drie jihadisten wild in het rond in een hotel in Marrakech. Het waren Fransen van Marokkkaanse origine die tot een pril Marokkaans netwerk van terroristen behoorden.
De opsporing van de terroristische groepjes is moeilijk. De GICM zou zelfs geen centraal gezag kennen. De terroristen beginnen steeds vaker voor zichzelf. Ook de Marokkaanse politie heeft volgens een politiewoordvoerder steeds meer problemen met het traceren van deze extremisten.
Veel jonge jihadisten uit de sloppenwijken hebben geen specifiek fundamentalistisch verleden. Ze vinden elkaar ook steeds vaker via het internet. De moderne media spelen zo een steeds grotere rol bij het opzetten en handhaven van netwerken.
Eerder verzamelden extremisten en kandidaat–jihadisten zich vooral rond haatpredikers van formaat die voor de veiligheidsdienst of de politie relatief eenvoudig te vinden waren. Nu kunnen ze elkaar overal ontmoeten.