PvdA-achterban gespleten maar solidair
Religie waarderen of tolereren? De PvdA hinkt op twee gedachten. De PVV van Wilders kent dat totaal niet. Maar dat is nu net de partij waar de PvdA mijlenver afstand van wil nemen.
Voor de PVV ziet de wereld er simpel uit: Nederland heeft een joods-christelijke cultuur. Die moet verdedigd worden tegen de oprukkende islam.Voor de PvdA daarentegen is de wereld knap ingewikkeld. Sociaaldemocraten zijn ook nooit vrolijk, grapte PvdA-leider Bos eens. Doorgaans ogen ze somber; alsof ze al het leed van de wereld met zich meedragen.
Toegegeven, de partij hééft het ook niet gemakkelijk. Sinds haar oprichting in 1946 bezit de PvdA een gespleten ziel. Aan de ene kant herbergt de partij seculiere socialisten, die wars zijn van religie.
Anderzijds zijn er de humanisten, doorbraakchristenen en –zeker zo belangijk– een groot aantal moslims. Zij willen hun levensbeschouwelijke en religieuze beginselen doorvertalen in sociaaldemocratische politiek.
Die gespletenheid in de partij blijkt ook uit de integratieresolutie waarover het partijcongres van de PvdA zich zaterdag in Utrecht buigt.
De religieparagraaf in de resolutie begint ferm: „De PvdA is een seculiere partij.” Direct daarop volgt een relativerende zin: „Dat betekent niet dat al haar leden en vertegenwoordigers wars zijn van religie.”
Het beginselprogramma van 1947 wordt instemmend geciteerd: „De partij erkent het innig verband tussen levensovertuiging en politiek inzicht en waardeert het in haar leden als zij dit verband ook duidelijk doen blijken.”
Even verderop staat dat de PvdA „eenieders recht om te geloven steeds zal verdedigen en uitdragen. Dat geldt voor orthodoxe gelovigen net zo goed als voor degenen die zich thuis voelen bij lichtere, progressievere of vrijzinnige stromingen.”
De orthodoxe gelovige die tevreden achterover wil leunen, komt echter bedrogen uit: „Dat de PvdA in laatstgenoemde kringen haar natuurlijke bondgenoten vindt, is evident.”
Orthodoxe moslims, maar ook christenen, wordt even verderop in niet mis te verstane bewoordingen hun plaats gewezen: voor gewetensbezwaarde trouwambtenaren is eigenlijk geen plaats. De SGP wordt ternauwernood getolereerd.
De gespletenheid van de PvdA blijkt in de integratienota verder uit de passage over religiekritiek. In de eerste versie van de resolutie stond: „Geloven mag, krenken mag en gekwetst worden kan een gevolg zijn.”
Onder druk van diverse partijafdelingen is die passage in de tweede versie verzacht: „Geloven mag, kritiek leveren mag en beledigd worden kan daarvan een gevolg zijn.” Een compromistekst, om de religieuze flank tegemoet te komen.
Tegelijkertijd –in de passage over de vrijheid van meningsuiting– houdt de partij de notie ”krenken mag” overeind. „Ik wil het erin houden, omdat we hier de vrijheid hebben te zeggen wat je wilt”, lichtte PvdA-voorzitter Ploumen onlangs toe. „De een vindt vloeken al krenken, voor de ander ligt die grens veel verder weg. Dat moet je niet van tevoren inperken.”
Ze ziet aankomen dat krenken op het congres zaterdag „onderwerp van gesprek wordt.”
Een understatement van de bovenste plank. De afgelopen maanden zijn maar liefst 392 amendementen ingediend op de integratieresolutie. Dat belooft wat voor de discussie die zaterdag ongetwijfeld zal losbranden.
Het vuur zal nog hoger oplaaien dan voorheen, want zaterdag mogen voor het eerst ook gewone partijleden, naast de partijtijgers, het woord voeren.
Bij de PVV spelen dat soort problemen helemaal niet. Geen leden, dus geen inspraak. Een witte achterban. En de leider bepaalt de eenduidige koers. Dat geeft rust in de tent.
De PvdA zal die rust nooit vinden. De twee zielen in de partij zullen blijven botsen. Integratie zal een splijtzwam blijven.
Waar de PvdA-leden het wel over eens zijn, is dat ze op dit punt niet de lijn van Wilders willen volgen. Want hoe gespleten de partij ook is, solidariteit met de ander verenigt alle sociaaldemocraten, van seculier tot orthodox.