Mozaïek (slot)
Bij de bestudering van ”Principles of Islamic Jurisprudence” (een wetenschappelijk handboek voor islamitische theologie) kwam ik op pagina 473 wijze woorden tegen van de schrijver Mohammad Hashim Kamali.
Hij komt daar te spreken over de ”idjtihâd”, een woord dat verwant is aan ”djihâd”. Het slaat op de ”eigen inspanning” die moslimgeleerden zich getroosten om aan rechtsregels te komen. En het staat tegenover ”taqlîd”: ”(blinde) navolging”.Het kan gebeuren dat een ”moedjtahid” (een bedrijver van ”idjtihâd”) op basis van een redenering een religieuze regel vaststelt. Na verloop van tijd verandert hij evenwel van inzicht. Laat hij dan, zo stelt Kamali, die regel alleen publiek terzijde stellen wanneer die slechts hemzelf betreft. Gaat zijn nieuwe visie ook anderen aan, dan behoort hij volgens de meerderheid van de ”oelemâ” (”schriftgeleerden”) zijn nieuwe mening voor zich te houden. Immers, wanneer wat eerst met gezag is uitgesproken ook zomaar herroepen kan worden, is de nieuwe visie per definitie evenzeer voor herziening vatbaar. Hier organiseer je onzekerheid en verlies aan geloofwaardigheid aan uitgevaardigde richtlijnen.
Het lijkt me, terugblikkend op de recente Andries Knevelaffaire (RD 27-2) en eerdere ommezwaaien zoals die van Willem Ouweneel, een goede les voor christenen. Je kunt maar beter niet twee- of driemaal op verschillende manieren hoog van de toren blazen. Misschien maak je bij deze of gene goede sier vanwege je souplesse. Intussen berokken je de gemeenschap die je dienen wilt, mogelijk onnodige imagoschade bij buitenstaanders.
Naar binnen toe zou het voor haar stichtelijker kunnen zijn wanneer je zonder allerlei excuses een ander kans geeft jou te corrigeren.
Ds. Marten de Vries
Middellandplein 8
3021 BR Rotterdam
Identiteit
Dr. C. S. L. Janse schetst in zijn bijdrage ”Identiteitsbesef wezenlijk voor refozuil” (RD 7-3) duidelijk de recente ontwikkelingen. Een vraag: Is identiteit meer dan de Bijbel en de Drie Formulieren?
Als gemeenteadviseur van de Protestantse Kerk in Nederland merk ik dat veel kerkenraden in het kader van hun beleidsplan nadenken over de identiteit van de gemeente. Dan is het van belang missie én visie helder te hebben. Missie of ”mission statement” is een vaststaand begrip.
De missie van de PKN bijvoorbeeld staat in artikel 1 van de kerkorde. Deze missie kan voor al haar gemeenten gelden en van dienst zijn. De visie is iets anders, is wat bij een gemeente past. Wat haar eigen is. De identiteit van de gemeente heeft met haar visie te maken en kleurt de gemeente. Deze inkleuring heeft vooral ook nog met enkele andere aspecten te maken, namelijk met haar imago: hoe kijken anderen tegen de gemeente aan en hoe ziet de gemeente zichzelf? Bijvoorbeeld als een open/herbergzame gemeente, een pastorale gemeente, een confessionele gemeente. Vervolgens is men altijd gemeente in een bepaalde context. De omgeving kan dus ook mede haar identiteit bepalen. Concreet: gaat het om een gemeente in de stad of op het platteland? Andere aspecten van haar identiteit zijn de biografie: hoe is de gemeente ontstaan, en het klimaat, de cultuur: wat zijn onze manieren.
Al die aspecten kunnen dus uiteindelijk de identiteit bepalen. Mogelijk kunnen ze ook de refozuil helpen haar identiteit scherp te houden en aan te passen aan onze tijd, zonder afbreuk te doen aan de Bijbelse uitgangspunten. Met het noemen van bepaalde Bijbelteksten zijn we er niet. Die kunnen maar niet zo gebruikt worden om een identiteit te onderschrijven. Papier is geduldig. Maar formuleringen moeten wel vlees en bloed zijn. Bijbelse uitgangspunten leggen de vloer voor een eigentijdse identiteitsbeschrijving, geven de relatie met de Heere God aan, de gemeenschap met elkaar (hoe gaan we met elkaar om), en hoe dragen wij op een verantwoorde en geloofwaardige manier onze identiteit uit naar buiten.
Dat laatste lijkt me als eerste van belang voor een indringende bezinning.
Aart Peters
Vogelwikke 56
3773 CR Barneveld
Dertiende
De gedachten rond vrijdag de 13e (RD 12-3) kunnen wel eens hun oorsprong hebben in de joodse geschiedenis. Haman vaardigde onder autorisatie van koning Ahasveros een wet uit op de 13e om de joden te verdelgen.
H. van der Grond
Maten 157
3831 PJ Leusden