Met die boodschap spreekt Milieudefensie de komende tijd bezoekers van supermarkten aan. De supers vervullen volgens de milieugroepering een sleutelrol, omdat ze voor een groot deel bepalen hoe vlees wordt ’gemaakt’. Om het vee hier te voeren, wordt nu vooral soja gehaald uit Zuid–Amerika, waar het tropisch regenwoud in rap tempo wijkt voor sojaplantages.Milieudefensie richt de pijlen vooral op Albert Heijn. „Jaren overleg en herhaalde verzoeken hebben geen concrete stap opgeleverd. AH is de grootste en heeft een heel goede naam op het gebied van duurzaam, maar maakt die op dit gebied niet waar".

Van Eck vindt dat AH meer verantwoord vlees en meer vleesvervangers moet verkopen. En die artikelen mogen ook best wat aantrekkelijker worden aangeprezen, stelt hij. „Per 2010 ligt er in de supers alleen nog duurzame vis. Wat met vis kan, kan ook met vlees".

Niet iedereen hoeft van hem het eten van vlees af te zweren en vegetariër te worden. „Ga er bewust mee om, een dagje geen vlees helpt al. Supermarkten kunnen mensen helpen door hun aanbod uit te breiden". De campagne ’Het drama achter goedkoop vlees’ wordt gevoerd via onder meer radiospotjes en posters waarop de kop van een brulaap in een met plastic afgedekt vleesbakje is te zien. Verklede actievoerders vragen als ’Hamsters zonder grenzen’ aandacht voor de capibara, een bedreigde soortgenoot uit Zuid–Amerika.

De actie volgt ruim twee jaar na het burgerinitiatief ’Stop fout vlees’, waarmee Milieudefensie met steun van ruim 100.000 mensen de gangbare veehouderij vriendelijker voor dier en milieu wilde maken. Het plan voorzag onder meer in een heffing op vlees en halvering van de veestapel in Nederland, maar kreeg geen steun van de Tweede Kamer. Toch denkt Van Eck dat de boodschap wel is geland. Uit cijfers blijkt dat er nu nog gemiddeld 4,7 keer per week vlees op tafel komt; drie jaar geleden was dat 5,1 keer.