Onderzoek inspectie naar zorg Ruchama
De Inspectie voor de Gezondheidszorg is een onderzoek begonnen naar de kwaliteit van de zorg in het vrouwenopvanghuis Ruchama, dat uitgaat van de Amsterdamse stichting Tot Heil des Volks.
Dat bevestigde inspectiewoordvoerster M. Beelen woensdagavond. „Het onderzoek is het gevolg van een incidentenmelding vanuit de instelling. Er komen gesprekken met de raad van toezicht, de raad van bestuur en met medewerkers van Ruchama”, aldus Beelen.Voorzitter H. van Rhee van de raad van bestuur van Tot Heil des Volks zegt desgevraagd degene te zijn die het contact met de inspectie heeft gelegd. „Vanaf november kregen we als raad signalen dat het een medewerker binnen Ruchama ontbrak aan voldoende professionele distantie ten opzichte van cliënten. Die signalen bleken dusdanig concreet dat hij daarop op non-actief is gezet. Drie cliënten die hij begeleidde, raakten daarvan zodanig van de kook dat ze binnen Ruchama vernielingen gingen aanrichten. Om de veiligheid van de andere vrouwen niet in gevaar te brengen, is hun in overleg met een huisarts opvang bij een zusterorganisatie aangeboden, waarop ze bereid waren Ruchama te verlaten.”
De betrokken medewerker, G. Timmerman, heeft de organisatie inmiddels uit eigen beweging verlaten. Hij wijst de kritiek op zijn werkwijze van de hand en zegt te zijn vertrokken vanwege een onwerkbare sfeer „met machtsmisbruik en intimidatie vanuit de raad van bestuur.” Behalve Timmerman is Ruchamamedewerkster Q. Bikker op non-actief gezet. Een derde medewerkster uit het kernteam, J. Dijkstra, heeft zich ziek gemeld. Net als Timmerman verklaren Bikker en Dijkstra onverwacht te zijn geconfronteerd met kritiek op de door hun gehanteerde methodieken. Dijkstra: „We kregen te horen dat we te veel naast de cliënten stonden, terwijl er binnen Ruchama vanaf het begin op deze manier is gewerkt.”
Mede door het wegvallen van de drie vaste medewerkers besloot Van Rhee begin december Ruchama tijdelijk te sluiten. De nazorg aan de opgevangen vrouwen is volgens Van Rhee „geen moment” in gevaar geweest, iets wat door de drie (oud-)medewerkers wordt betwist.
Voorzitter R. Seldenrijk van de raad van toezicht van Tot Heil des Volks is begin deze week door zijn collega-toezichthouders ds. J. C. Schouten en H. Le Poole uit zijn functie ontheven. Beiden verwijten Seldenrijk dat hij zonder overleg de bevindingen van de raad van toezicht omtrent de problemen binnen Ruchama naar de inspectie heeft gestuurd.
Volgens Seldenrijk kwam de raad van toezicht na gesprekken met medewerkers, vrijwilligers en ex-cliënten van Ruchama tot de slotsom dat de kritiek op de op non-actief gestelde medewerkers „ongefundeerd” was. Hij zegt het rapport waarin de raad van toezicht zijn visie geeft op de toedracht op verzoek van de inspectie en uit „gewetensnood” te hebben verstuurd.
In een reactie op de vertrouwensbreuk binnen de raad van toezicht noemt Van Rhee de door Seldenrijk gevolgde handelwijze „volstrekt onaanvaardbaar. Bij mijn weten bestaat er behalve het rapport van de raad van bestuur helemaal geen afzonderlijk rapport van de raad van toezicht. Het betreft alleen de persoonlijke visie van Seldenrijk.”
Van Rhee zegt verder dat Tot Heil des Volks oud-directeur J. J. Frinsel bereid heeft gevonden de open plaats in de raad van toezicht voorlopig te bezetten.