Cultuur & boeken

Dieren in een heldenrol

„Onze vrijheid hebben we niet alleen aan soldaten te danken, maar ook aan een stuk of honderd miljoen dieren. En dan zijn daar de vuurvliegjes en kanaries nog niet eens bijgeteld.” De Amsterdamse schrijfster Bibi Dumon Tak verzamelde verhalen over dieren die een rol speelden in oorlogstijd en bundelde die. „Mensen associëren dieren met onschuld.”

11 March 2009 13:14Gewijzigd op 14 November 2020 07:28
Bibi Dumon Tak schreef een boek vol verhalen over oorlogsdieren. „Om van dieren iets gedaan te krijgen moet je ze goed behandelen. Ik geloof niet dat je met dwang veel bereikt. Samenwerking houdt in dat zowel de mens als het dier nét uit zijn natuurlijk e
Bibi Dumon Tak schreef een boek vol verhalen over oorlogsdieren. „Om van dieren iets gedaan te krijgen moet je ze goed behandelen. Ik geloof niet dat je met dwang veel bereikt. Samenwerking houdt in dat zowel de mens als het dier nét uit zijn natuurlijk e

De zwaargewonde postduif Cher Ami brengt op 3 oktober 1918 een boodschap over die 200 door de Duitsers ingesloten Amerikanen in Noord-Frankrijk het leven redt. Beer Wojtek helpt tijdens de Tweede Wereldoorlog Poolse soldaten met het uitladen van handgranaten. Blindegeleidehond Roselle loodst op 11 september 2001 zijn baas Michael Hingson uit de Twin Towers, vlak voordat ze instorten. En op dit moment zijn de honden Boe en Budge op een geheime missie in Irak om getraumatiseerde soldaten te kalmeren.Dieren spelen vaak een belangrijke rol in oorlogstijd en eigenlijk onderkennen alleen de Engelsen dat op een onverholen manier. Sinds 1943 reiken de Britten de Dickin Medal uit, een onderscheiding voor uitzonderlijk heldhaftige dieren. En in Londen is eind 2004 een oorlogsmonument onthuld ter nagedachtenis aan al die paarden, honden, duiven, ezels en zelfs kamelen en vuurvliegjes die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.

Toen Bibi Dumon Tak een foto van dat curieuze monument in NRC Handelsblad zag, ging ze een kijkje ter plaatse nemen en besloot ze een boek over oorlogsdieren te schrijven. „Ik kwam zo veel verhalen tegen dat ik me beperkte tot de geschiedenis van oorlogsdieren vanaf de Eerste Wereldoorlog. En desondanks kon ik ook toen nog bij lange na niet alle verhalen vertellen.”

Vanwaar die belangstelling voor oorlogsdieren?
„De liefde voor dieren heb ik van mijn moeder meegekregen. We hadden vroeger altijd wel vissen, honden of schildpadden in huis. Mijn zus kreeg ooit een shetlandpony, die op zijn verjaardag naar binnen mocht om taart te eten. Het dier leeft overigens nog, hij is bijna dertig jaar. De kinderen van mijn zus rijden er nu op en we vieren zijn verjaardag nog altijd.

Al heel jong was ik gehecht aan dieren. Ik herinner me dat er eens een van onze vissen dood ging en dat mijn broer toen een tekening voor me maakte van een ingewikkeld apparaat waarmee de dierenarts het beestje weer kon ’repareren’. En dat lukte uiteraard…

Anderzijds heeft mijn vader me veel over de Tweede Wereldoorlog verteld en laten zien. In vakanties gingen we bijvoorbeeld naar de stranden van Normandië om sporen van de invasie te bekijken.

De combinatie van deze beide invloeden vind je terug in ”Oorlogsdieren”.”

Evenwicht
„Ik ben vooral geboeid geraakt door de samenwerking tussen mens en dier, waarbij dieren worden ingezet om werk te verrichten, zoals dat het geval is bij boeren, bij politieagenten en dus ook bij soldaten. Om van dieren iets gedaan te krijgen moet je ze goed behandelen, er een band mee opbouwen. Ik geloof niet dat je met dwang veel bereikt. Samenwerking houdt in dat zowel de mens als het dier nét uit zijn natuurlijke evenwicht wordt gebracht en dat vind ik een interessant gegeven. Daarbij komt dat een dier iets losmaakt in de mens. Het is gemakkelijk benaderbaar. Je hoeft niet eerst de kat uit de boom te kijken om contact te maken.”

Wat maakt dieren geschikt om ze in oorlogssituaties in te zetten?
„Laat ik vooropstellen dat zij er niet om vragen. Het zijn ménsen die oorlog voeren en daarbij onschuldige medeschepselen naar het front sturen. Een dier is onvoorwaardelijk trouw aan zijn baas. Ik heb zelf een hond. Waar ik ben is zij ook, ze zal me altijd beschermen, dat is haar instinct. Zij zal me ook nooit kwaad doen. Misschien is dat de reden waarom sommigen het erger vinden dat een dier wordt mishandeld dan een mens. Toen ik dit boek klaar had, las ik in de krant dat een luitenant de oorlogshond Rataplan, mascotte van de Nederlandse militairen in Afghanistan, had doodgeschoten omdat het dier ziek was. Mensen reageerden tot mijn verbijstering woedend en vonden dat de luitenant zelf de kogel moest krijgen. Een dier wordt kennelijk geassocieerd met onschuld.”

Is dat de reden waarom soldaten vaak een dier als mascotte meenemen naar het front?
„Mascottes zijn dieren die vaak per ongeluk bij de mens zijn terechtgekomen, zoals de beer Wojtek en de bok Kees. Soms worden ze ook van huis meegenomen, zoals de goudvis die een soldaat in de Tweede Wereldoorlog in fles en helm in leven hield. Deze dieren geven soldaten in oorlogssituaties een gevoel van geborgenheid, ze houden de hoop levend. Ze appelleren aan iets van onschuld en rechtvaardigheid dat naar mijn overtuiging ieder mens in zich heeft en wil beschermen. Hoe kwetsbaarder zo’n dier is, hoe harder de jongens ervoor vechten. Als het doodgaat, sterft vaak het laatste restje zachtheid in de mens. Daarom kan ik wel een beetje begrijpen dat iemand ertoe komt om uit de loopgraaf te klimmen in een poging een geit van vijandelijk vuur te redden. Je leven geven voor een geit is onvoorstelbaar, maar toezien hoe het laatste beetje rechtvaardigheid op weg is naar haar dood op het moment dat je zelf al half krankzinnig bent van honger, ziekte en uitputting, moet onverdraaglijk zijn.”

Er zijn dieren die levensreddend werk hebben verricht, zoals de hond Khan, die in oktober 1944 soldaat Muldoon bij de bevrijding van Zeeland uit de moerassige Sloe haalde. Zijn zulke dieren echt moedig te noemen?
„Een dier handelt uit instinct. Een postduif wil naar huis, of hij nu gewond is of niet. Getrainde honden en paarden doen gewoon wat ze is aangeleerd en daarin blijven ze eindeloos trouw. Dieren die als held te boek staan, zijn waarschijnlijk gewoon dominanter dan andere soortgenoten. Toch zijn er opmerkelijke voorbeelden van gedrag dat verder gaat dan instinctief handelen. De hond Gander redde in 1941 in de Britse kolonie Hongkong een aantal manschappen het leven toen Japanners een handgranaat in hun midden wierpen. Gander dook er meteen op af, nam het projectiel in zijn bek en liep ermee weg. De mannen overleefden, maar de hond was dood. Het dier begreep blijkbaar heel goed dat de granaat een dodelijk gevaar opleverde; hij offerde zich op voor de soldaten. Na de oorlog kreeg hij postuum de Dickin Medal.”

Keerzijde van de medaille is dat dieren ook de vreselijkste dingen kunnen doen in opdracht van hun baas…
„Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben Duitsers honden ingezet om kampen te bewaken. Vaak werden de dieren ook ingezet om gevangenen te mishandelen. Een vrouw die in Auschwitz zat opgesloten vertelde me dat ze op een avond een verschrikkelijk geblaf en gegrom hoorde. Door de afrastering zag ze een man in de modder liggen. Hij was door een SS’er omver geschopt. Die schreeuwde dat hij weer moest opstaan. Maar zodra hij dat probeerde sprong de hond bijtend boven op hem; hij had de opdracht gekregen de gevangene niet te laten opstaan. En dat getreiter ging maar door. Het geeft aan dieren geen morele afwegingen maken. Daar is de mens verantwoordelijk voor.”

En hoe zit het met nu de vuurvliegjes in het Londense monument?
„Die werden door soldaten fijngewreven tussen hun vingers, zodat die licht gaven waardoor ze ook ’s nachts kaarten konden lezen in een loopgraaf of een donker bos.”

Mede n.a.v. ”Oorlogsdieren”, door Bibi Dumon Tak; uitg. Athenaeum - Polak & Van Gennep, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 253 6399 4; 191 blz.; € 17,50.


Therapiehonden
Nu zijn er (…) ook honden die de soldaten op het strijdtoneel bijstaan. Ze moeten het ijs breken als er spanningen zijn. De honden zijn er om te worden geaaid, waardoor een gestreste soldaat tot rust komt. Ze mogen ook met de honden spelen. De soldaat gooit iets weg en Budge haalt het op. Dat ontspant en kan in sommige gevallen een opening bieden voor de menselijke therapeut om vragen te stellen. De honden zijn dus geen medicijn, maar een middel, al verlagen ze de stress en de bloeddruk aantoonbaar. De soldaten moeten tijdens het spelen met de hond even vergeten waar ze zich ook alweer bevinden. Boe en Budge geven als het goed is de soldaten het gevoel thuis, en veilig, te zijn. (…)

Therapiehonden, zo staat het in hun functieomschrijving, bieden genegenheid aan iedereen zonder daarbij te letten op handicap, verwonding, ras of geslacht. Ze zijn opgeleid om zich volledig op een patiënt te richten, zonder onderscheid. (…) Om dat te kunnen, en nergens een steekje te laten vallen, hebben ze een opleiding gevolgd die zes tot acht maanden duurt. Boe en Budge zijn getraind om zich te blijven focussen, ook al dreunt er een colonne tanks voorbij, of ontploft er een granaat in het aangrenzende vertrek. Geduldig moeten ze zijn, aandachtig tot in elke vezel van hun lichaam.”

Uit: ”Oorlogsdieren” van Bibi Dumon Tak

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer