Dat zei historicus, theoloog en econoom dr. H. A. Post maandag bij het verdedigen van zijn proefschrift ”In strijd met de roeping der vrouw. De Staatkundig Gereformeerde Partij en het vrouwenkiesrecht”, waarop hij aan de VU promoveerde in de letteren.Gevraagd naar zijn inschatting of de SGP voor haar honderdjarig bestaan in 2018 vrouwen in volle rechten zal toelaten, antwoordde Post dat hij „eerder verwacht dat zij dit wel doet dan niet.” Een heropening van het vrouwendebat ligt voor de hand, omdat steeds meer meisjes via de SGP-jongerenorganisatie bestuurservaring opdoen. Zij willen die ervaring voortzetten in de echte politiek, denkt Post.

Hij verwees bovendien naar de gebeurtenissen in 2005, toen de SGP na uitvoerige interne debatten besloot vrouwen wel toe te laten als lid van een kiesvereniging, maar de toegang tot kieslijsten voor hen gesloten hield. De partij deed dit met een beroep op het onderscheid tussen publiek en privaat domein. De Bijbel zou in bijvoorbeeld het bedrijfsleven ruimte bieden voor vrouwen in leidinggevende functies, maar niet in de politiek.

Post noemde dit onderscheid „niet sterk” en verwacht dat de SGP met deze argumentatie („een slimme list”) op den duur de druk van de haar omringende wereld tot volledige gelijkschakeling van man en vrouw niet zal kunnen weerstaan. „De vraag is of de partij straks opnieuw een list zal kunnen verzinnen om tegenover de eigen achterban nog één keer een zwenk te maken.”

Onmogelijk acht de wetenschapper dit niet. „Het partijbestuur heeft er enkele jaren geleden voor gekozen zich met het nieuwe vrouwenstandpunt „niet te diep in te graven, zodat men later eventueel nog zou kunnen veranderen.””

De promovendus zette na een vraag van dr. H. van den Belt, universitair docent te Utrecht en hoofdbestuurslid van de SGP, uiteen dat er zijns inziens bij de SGP wel degelijk sprake is van een veranderde hermeneutiek (leer van de regels waarmee de Bijbel uitgelegd moet worden, red.). „Men heeft dat tot nu toe echter nooit willen toegeven. Ook in 2005 luidde de stelling nog dat er maar één uitleg van de Bijbel is. Het vrouwenstandpunt werd niet wezenlijk veranderd, maar slechts „gepreciseerd”, zo zei men.”

Promotor dr. F. A. van Lieburg vroeg zich af of de druk die door de buitenwereld op de SGP wordt uitgeoefend per se tot steeds verdere aanpassing moet leiden. „Er kan ook een fase van radicalisering en terugtrekking komen. Kamerlid Van der Staaij merkte onlangs op dat in zijn partij de vaders soms voor vrouwelijke volksvertegenwoordigers zijn en de zonen tegen.”

Van diverse bij de promotie betrokken hoogleraren kreeg Post wel te horen dat zij het proefschrift „onaf” vonden. Zij misten na de uitvoerige beschrijving van gebeurtenissen analyse, rijpheid en diepgang.