Shoppen in smeltkroes van culturen
Struinen en shoppen. Wie er een vrije zaterdag mee wil vullen, kan elke week terecht op de Beverwijkse Bazaar. Wat in 1980 in de toenmalige bloemen- en groenteveiling als eerste overdekte vlooienmarkt van Nederland begon, groeide uit tot „Europa’s grootste overdekte markt.” Voor de komende drie jaar staat een grondige verbouwing op het programma. Het marktcomplex krijgt het aanzien van een „ommuurde stad”, die ook plaats moet bieden aan nieuwe vrijetijdsactiviteiten. Intussen gaat de handel in deze smeltkroes van geuren en kleuren rustig door. „Kopje koffie, amigo?”
Wat vind je níét in Beverwijk? Wie die vraag na een dag rondsjouwen langs 3000 kramen en marktwinkels probeert te beantwoorden, moet lang nadenken. Kleding en schoeisel, meubels en computers, groente en fruit, boeken en speelgoed, pannensets en drogisterijartikelen: het is slechts een greep uit het aanbod dat op de Zwarte Markt, Oosterse Markt, Grand Bazaar, Computermarkt en in de Struinschuur te vinden is. Speciaal voor kinderen is er ook nog een Darteldorp.
Bij binnenkomst in een van de markthallen wensen borden de bezoeker „veel mazzel en vermaak.” Een dagje Beverwijk betekent (voordelig) inkopen doen, maar geldt voor velen ook als een plezierig uitstapje. Bijvoorbeeld voor J. van de Water uit Ede, die halverwege de dag met het drinken van een blikje Spa Rood zijn rondgang langs de kramen even onderbreekt. Hij is niet gericht naar iets op zoek, maar „je weet nooit wat je tegenkomt. Ik kom hier zomaar voor de aardigheid, meestal met m’n zoon. Een dagje samen weg. Je hebt de tijd aan jezelf. Als je alles gezien hebt, ga je weer op huis aan.”
Per week trekt de markt, die alleen op zaterdag en zondag open is, zo’n 80.000 bezoekers. J. Knoll uit Rouveen en K. Talen uit Staphorst zijn deze zaterdag voor het eerst op de Bazaar en zien hun bezoek aan de markt als een dagje uit. Nadat ze de eerste hal hebben gehad, komen ze tot de conclusie dat het aanbod niet tegenvalt. Terwijl de vrouwen -een van hen in klederdracht- een volgende gang in schuiven, zegt Knoll: „Je moet hier niet vragen wat iets kost en dan je portemonnee trekken.” Onderhandelen ligt het tweetal wel. „We zijn allebei handelaren.”
Schoenmode
Op deze koude decemberdag klagen marktkooplieden steen en been over kijkers die geen euro uitgeven. „Het gaat niet goed met de handel de laatste tijd”, zegt B. C. Camillo, verkoper van Italiaanse schoenmode. Bij zijn koopwaar hangt een wervende tekst: ”Korting 50 procent”. Camillo -witte pet, blauwgestreepte stropdas- legt uit dat zijn prijzen zo’n 50 procent lager liggen dan in een doorsnee schoenenzaak. Voor 45 tot 50 euro heb je hier een paar stevige stappers. De koopman pakt er een doos met laarzen -merk Uragano, maat 43- bij. „In de winkel 180 euro, hier 75.”
Ook bij de kraam van de Iraanse Mahin („Ik heb gisteren mijn studie hbo-verpleegkunde afgerond”) is het rustig. De dame uit Scherpenzeel is een nieuwkomer op de marktvloer. Sinds twee maanden brengt ze allerhande drogisterijartikelen aan de man. „Het is niet wat we in gedachten hadden”, zegt ze. „Mijn man en ik wilden koffie en thee verkopen, vers gezet volgens de Iraanse traditie. Dat bleek niet te kunnen.” De handel in shampoo, zeep en tandpasta ziet het echtpaar als een proef. „We kijken hoe het loopt. Gaat het goed, dan breiden we uit. Anders stoppen we ermee.”
Struinschuur
Hal 3 is voor de tweedehandshandel gereserveerd. In deze ”Struinschuur” staat Ron de Bruin tussen de boeken. „Ik heb vandaag nog niet veel verkocht”, zegt de inwoner van Alkmaar rond het middaguur. Door de week is hij huisman en verdient zijn vrouw de kost, in de weekenden staat hij op de markt. Het aanbod is divers. Van ”Grootmoeders grote keukenboek” tot ”En gij… oorlogsgewonde?” Over het algemeen verkopen oorlogsboeken het best, is De Bruins ervaring. Hij heeft net een partij van bijna 900 titels in dit segment op de kop getikt.
Over de opbrengst van de handel is hij niet tevreden. „Meer dan de helft gaat naar de huur van de kraam.” De verkoper onderbreekt zijn verhaal om af te rekenen met een allochtoon die een boek over de profeet Mohammed heeft gevonden. „Leuk voor het Reformatorisch Dagblad”, lacht De Bruin, die sinds acht jaar op de marktvloer te vinden is. „Ik heb hier een tijdlang niet met plezier gestaan. Toen had ik veel geluidsoverlast van mijn medeverkopers. Maar de laatste tijd gaat het beter. Schrijf maar dat de mensen welkom zijn in deze barbarij.”
De diversiteit in de hal is groot. Ome Joop en tante Rietje verkopen materiaal om kaarten te maken. Els -„We noemen hier geen achternaam”- staat met allerhande prullaria op de markt. Op haar kraam zijn onder meer enkele beelden en een oude hervormde gezangenbundel te vinden. „Je krijgt wat en je knapt het op.” De belangstelling neemt volgens de verkoopster uit Haarlem af. „Het is nu 12 uur en je mag best weten dat ik in totaal 8 euro heb omgezet.” Toch denkt ze niet aan stoppen. „Ik hoef niet van de handel te eten. Het is hier gewoon vreselijk gezellig. En het is wat anders dan achter de geraniums zitten.”
Gezelligheid is ook voor ”ome Jan” uit Wormerveer een belangrijke drijfveer om wekelijks naar Beverwijk te reizen. Hij staat al achttien jaar op de markt en is met zijn groene hoed, grijze sik en paardenstaart een opvallende verschijning. Vandaag probeert de 75-jarige verkoper decoratieve vogels, vlinders en schelpen te slijten. „Ik ga hier nooit met tegenzin heen. Je maakt een babbeltje, drinkt koffie met de vaste kern. Anders zit ik maar alleen thuis. Daar is ook niks an.”
Oosterse markt
De Oosterse markt ademt een geheel eigen sfeer. Als Nederlander waan je je een vreemde te midden van Afrikaanse, Arabische en Aziatische medelanders. Het aanbod is duidelijk afgestemd op de wensen van allochtonen die hier op grote schaal olijven, dadels, vijgen, noten, exotische kruiden, aubergines en mango’s („Goed voor energie!”) inslaan. Verder doen islamitische slagers en boekhandels (met titels als ”Boek voor kleine moslims” en ”Het handboek voor de moslimvrouw”) hier zaken. Op de galerij met Turkse kappers nemen ook Nederlanders plaats om zich voor 9 euro (vrouwen 12,50) een nieuw kapsel te laten aanmeten.
Restauranthouders doen verwoede pogingen om voorbijgangers aan te sporen aan een tafeltje plaats te nemen: „Kopje koffie, amigo?” Wie rond het middaguur een hapje wil eten, kan op de Oosterse markt terecht voor Turkse pizza’s, Turkse broodjes met ananas en Turkse karnemelk. Ook shoarma en andere buitenissigheden zijn op de kaarten van onder meer Indonesische en Surinaamse eethuisjes te vinden. Wie bij al deze gerechten de wenkbrauwen fronst, haaste zich naar de Zwarte Markt. Daar koopt de liefhebber van het vertrouwde een portie oud-Hollandsche poffertjes met een glaasje jus d’orange.
De Beverwijkse Bazaar is elke zaterdag van 8.30 tot 16.30 uur geopend. Entree voor de Zwarte Markt bedraagt 2,80 euro. Meer informatie: 0251-262666 of www.beverwijksebazaar.nl.