Vietnam verwerpt kritiek Amnesty
Vietnam heeft donderdag een rapport van Amnesty International over de mensenrechten in het land verworpen. In het rapport wordt de regering beschuldigd van de onderdrukking van bergbewoners in de centraal gelegen hooglanden, een regio waar het afgelopen jaar erg onrustig is geweest.
In 2001 protesteerden duizenden zogenaamde ”Montagnards”, een etnische minderheid, in de provincies Daklak en Gia Lai tegen het confisqueren van land en beperkingen van hun protestantse geloof. Nadat Vietnam de betogingen hardhandig had neergeslagen, vluchtten zo’n duizend Montagnards over de grens naar Cambodja. Na bemiddeling van de Verenigde Staten konden ongeveer 900 mensen terugkeren.
Amnesty beschuldigt Vietnam onder meer van de blokkering van de centrale hooglanden voor internationale waarnemers, de opsluiting van minstens 35 organisatoren van betogingen en maatregelen tegen protestantse kerken die het protest steunen. Ook waren er berichten over arrestaties van dominees en werden mensen gedwongen hun geloof af te zweren.
Een woordvoerster van het Vietnamese ministerie van Buitenlandse Zaken, Phan Thuy Thanh, sprak de aantijgingen over religieuze onderdrukking tegen door te stellen dat het protestantisme zich reeds in dertig zuidelijke provincies had verspreid. „Hoe kan er sprake zijn van zulke groei als de mensen worden onderdrukt?” aldus Thanh.
Vietnam ontkent dat het de vrijheid van religie beperkt, maar de regering erkent alleen religieuze organisaties die toezicht van de regering toestaan. Er zijn zes belangrijke godsdiensten in Vietnam: boeddhisme, katholicisme, protestantisme, caodasme, hoa hao en islam.
De beschuldiging dat internationale waarnemers niet toegelaten werden tot de centrale hooglanden, sprak Thanh tegen door te zeggen dat buitenlandse journalisten en ambassades de streek reeds bezocht hebben.
Vietnam heeft streng bewaakte rondleidingen georganiseerd in de regio. Het werd waarnemers niet toegestaan de provincies op eigen houtje te bezoeken of te spreken met de bewoners.