Zendingswerkers zijn vaak lastige types
Zending is niet slechts mensenwerk, maar eerst en bovenal ”missio Dei”. „God Zelf begon met de zending, mensen zijn slechts intreders”, stelt Otto de Bruijne. „Het soms onbenullige werk van ondersteuning is in de ogen van God net zo belangrijk als het werk op het zendingsveld.”
Theoloog De Bruijne sprak zaterdag in Amersfoort op de thuisfrontcommissiedag 2009 (TFC-dag). De TFC-dag, georganiseerd door de Evangelische Zendings-alliantie en bedoeld voor toerusting van thuisfrontcommissies, had als thema ”Ondersteuning als missie”.De Bruijne, in het verleden zelf werkzaam als ontwikkelingswerker in Afrika, gaf een omschrijving van de specifieke verhouding tussen zendingswerkers en het thuisfront: „Zendingswerkers zijn vaak van die lastige types die zo vol van hun doel zijn dat zij denken dat echt iedereen achter hen aan moet rennen. Zij stellen hoge loyaliteitseisen en hebben de neiging het thuisfront met een stroom van nieuwe visies, plannen en projecten te overspoelen. Terwijl het thuisfront nog ijverig bidt voor huisvesting, versturen zij achter elkaar verhuisberichten.”
Kernpunten
Aan de hand van een aantal kernpunten omschreef De Bruijne het werk van de onder-steunende thuisfronten. „Met opzet zal ik de financiën niet noemen, omdat niet het geld, maar het ”luisterend bidden” het belangrijkste is.”
De Bruijne: „Het zendingswerk kent zo veel bedreigingen, zoals menselijke hoogmoed en de neiging tot versnippering, dat continu door het gebed moet worden gewaakt dat het geen mensenwerk wordt maar Gods werk blijft.”
Spiegels
Een citaat van Pim Fortuijn („communicatie is doen wat je zegt en zeggen wat je doet”) diende voor de theoloog als leidraad voor de uitleg van het belang van goede pr en communicatie. Thuisfrontcommissies moeten beleidskwesties aan zendings-organisaties overlaten. Zij moeten zich concentreren op coachen en vooral als spiegels voor de zendingswerkers functioneren. „Zendingswerkers zijn vaak van die bezeten visionairen. Het is goed dat aan hen pittige vragen worden gesteld over wat zij nu aan het doen zijn.”
Ten slotte wees De Bruijne zijn gehoor erop dat elke zendingswerker onvermijdelijk de cyclus van opgaan, blinken en verzinken doormaakt. Ook hierin ziet hij een belangrijke taak voor de thuisfrontcommissies: „Als het zendingsproject nog in volle gang is, moet het thuisfront al bezig zijn met voorbereidingen voor de terugkomst van de zendingswerkers zodat deze niet in een gat vallen bij thuiskomst.”
Communicatie
Op de TFC-dag was een kennismarkt waar verschillende organisaties en instanties op het gebied van zending zich presenteerden. Tijdens de workshops konden de leden van de TFC’s ervaringen uitwisselen. Johan Tenzen, medewerker bij Operatie Mobilisatie, leidde een workshop over communicatie en vervreemding tussen zendingswerkers en het thuisfront.
Een enorm scala van moderne communicatiemiddelen staat ter beschikking, maar de leden van de TFC’s moeten goed beseffen dat elk middel zowel specifieke voordelen alsook eigen nadelen heeft. Zo gaat communiceren via e-mail weliswaar snel, maar vanwege de vluchtigheid en vooral door het ontbreken van lichaamstaal en gezichtsexpressie levert dit vaak veel misverstanden op.
De nieuwsbrief heeft een breed bereik, maar is snel onpersoonlijk en wordt vaak met succesverhalen gevuld omdat zendingswerkers niet gauw hun teleurstellingen en mislukkingen in de nieuwsbrief weergeven.