Kerk & religie

Paus Adrianus VI erkende fouten van Rome

De Nederlandse paus Adrianus VI wees de leer van Luther af, maar erkende de noodzaak van hervorming van de kerk. Hij bekende dat God de vervolging van Zijn Kerk toeliet vanwege de zonden van de priesters en misbruiken in geestelijke aangelegenheden, ook van de kant van de Heilige Stoel.

Kerkredactie
9 March 2009 08:28Gewijzigd op 14 November 2020 07:27
Volgens aartsbisschop dr. W.J. Eijk (foto) erkende de Nederlandse paus Adrianus VI de noodzaak van hervorming van de kerk. Op 2 maart was het 550 jaar geleden dat paus Adrianus VI werd geboren. Zaterdag werd dit gevierd in de St-Catharinakathedraal in Utr
Volgens aartsbisschop dr. W.J. Eijk (foto) erkende de Nederlandse paus Adrianus VI de noodzaak van hervorming van de kerk. Op 2 maart was het 550 jaar geleden dat paus Adrianus VI werd geboren. Zaterdag werd dit gevierd in de St-Catharinakathedraal in Utr

Dat stelde aartbisschop dr. W. J. Eijk zaterdag in Utrecht tijdens de viering van de 550e geboortedag van paus Adrianus VI.Op 2 maart was het 550 jaar geleden dat paus Adrianus VI in Utrecht werd geboren. Adrianus VI was de eerste Nederlandse paus tot nu toe, en de laatste niet-Italiaanse paus tot aan paus Johannes Paulus II.

Tijdens een pontificale hoogmis in de Utrechtse St.-Catharinakathedraal stelde de aartsbisschop dat paus Adrianus zijn pontificaat in een niet bepaald „optimale” situatie van de kerk uitoefende. „Er waren veel misbruiken in de kerk, veel bisschoppen waren meer politieke en wereldlijke leiders dan dat zij zich bezighielden met herderlijke taken. Paus Adrianus was in deze tijd een gunstige uitzondering. Hij vierde elke dag de eucharistie en was een man van studie en gebed. Hij was een voorbeeld van soberheid, riep op tot het onderhouden van het celibaat en legde het handelen in ambten aan banden. Daarbij ondervond hij stevig verzet van de geestelijkheid.”

Het bijzonderste van de Nederlandse paus was dat hij tijdens de Rijksdag van Nürnberg in 1522 via zijn legaat schuld beleed over de tekortkomingen van de kerk. „Hij heeft 427 jaar voor Johannes Paulus II zijn mea culpa uitgesproken. Hij hoopte daarmee de Reformatie te beteugelen. Adrianus heeft het gewenste herstel van de kerk echter niet kunnen realiseren. De eerste aanzet tot herstel kwam na zijn dood in de eerste helft van de zestiende eeuw, later gevolgd door een grondig herstel in de tweede helft van deze eeuw, mede door het Concilie van Trente.”

De kerk heeft menselijke en goddelijke kanten, zo blijkt uit deze periode, aldus dr. Eijk. „Dankzij de Heilige Geest beschikt zij echter over zo’n zelfreinigend vermogen.”

Dr. Marcel Gielis, docent aan de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg, noemde Adriaan VI een „grote” paus. De belangrijkste gebeurtenis van zijn pontificaat is volgens hem de Rijksdag van Nürnberg in 1522. „Adriaan liet hier zijn verontschuldigingen aanbieden voor de fouten van de kerk van Rome, die zijns inziens mede gezorgd hebben voor het ontstaan van de Reformatie. Adriaan was promotor van een katholieke hervorming reeds lang vóór het begin van de protestantse Reformatie. Hij heeft als leidende figuur in de Leuvense theologische faculteit en mettertijd in de kerk van de Nederlanden een belangrijke hervormingswerkzaamheid uitgeoefend.”

Vooral de intellectuele, morele en spirituele vorming van de clerus had zijn aandacht, aldus dr. Gielis. Al was zijn hervorming wellicht te zeer beperkt tot een morele hervorming binnen de bestaande structuren, „toch kan men zeggen dat Adriaan reeds lang voor er van een protestantse Reformatie sprake was de basis heeft gelegd voor de Contra-reformatie. Deze moet dan tegelijkertijd als een katholieke hervormingsbeweging gezien worden.”

Dr. Michiel Verweij, verbonden aan de Koninklijke Bibliotheek van België, ging in op de poging van Adrianus VI om Erasmus te betrekken bij de hervorming van de kerk. Om de confrontatie met Luther aan te gaan en om de scheuring tegen te gaan, trachtte Adrianus zich van een uitgelezen schare medewerkers te verzekeren. Er was Adrianus veel aan gelegen om ook Erasmus hierbij te betrekken. „Erasmus is niet ingegaan op Adrianus’ verzoek. Hij verkoos zijn neutrale positie, al zou hij de Rooms-Katholieke Kerk nooit verlaten. Zijn droom een bruggenbouwer te kunnen zijn heeft hij echter niet waar kunnen maken: daarvoor waren de geesten nog niet rijp. Alles stond op dat moment in het teken van polariserende en radicaliserende krachten.”

Voor Adrianus betekende deze tegenslag een verdere bevestiging van zijn isolement te Rome, evenals Erasmus zich meer isoleerde. „Hij kón niet meer kiezen, want elke keuze was onvoorwaardelijk. Er was geen plaats meer in deze wereld van polarisatie voor een genuanceerd persoon als Erasmus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer