Westerduin, die nu bij Compassion, organisatie voor hulp aan arme kinderen, werkt, sprak gisteren in Ede tijdens het symposium ”Jong(l)eren in de kerk”. De bijeenkomst werd georganiseerd door de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en de Evangelische Alliantie (EA).Westerduin zei dat jongeren vaak het gevoel hebben er niet bij te horen. Hij vertelde van een bijeenkomst waar jongeren uitgedaagd werden hun gevoelens onder woorden te brengen. Een jongen zou mentoren die stonden te roken graag vragen waar ze mee bezig waren. Een andere zou ouderen in de kerk die het helemaal fout deden, willen aanspreken. Een meisje voelde een steen van verdriet drukken op haar hart. Westerduin: „Deze jongeren waren verrast dat ze mochten laten zien wat er in hun hart leefde en vooral dat ze er wat mee konden doen. Jongeren hebben geleerd om zichzelf als irritant te beschouwen. Het zit heel diep bij hen dat zij er niet toe doen.”

Hij zei dat jongeren van God aan de gemeente gegeven zijn en dat ze heel nuttig kunnen zijn. „Zij hebben door hun netwerk een natuurlijk kanaal voor evangelisatie in de wereld. Ze zijn de adapters die beter kunnen inspelen op de maatschappij dan de ouderen. Zij kunnen oude waarden met nieuwe passie vullen. Zij zijn identificatiefiguren voor jongeren. Zij zijn oorspronkelijk en flexibel.”

Maar willen die eigenschappen tot hun recht komen, dan moet er, aldus Westerduin, wel ruimte voor hen zijn en ook ruimte om fouten te maken en dan moet er ook aandacht zijn voor wat ze goed doen. De jeugdwerker vroeg zich af waarom mensen wel positief naar kleine kinderen toe reageren en niet naar tieners.

Tijdens een workshop legde hij uit hoe jongeren van zestien jaar bij de tienergroep Eljada in Nunspeet worden ingeschakeld bij de catering, de opbouw van de zaal, het maken van foto’s en de bediening van de techniek. Het idee dat ze nodig zijn geeft hun eigenwaarde en die status helpt hen om te durven. Deze jonge leiders zijn belangrijk, zij zijn de cultuurdragers van de groep. Ze zijn ook verantwoordelijk, want ze hoeven niet alleen maar af en toe te komen opdraven, maar ze moeten drie zaterdagavonden in de maand van 6 tot 11 uur ’s avonds aanwezig te zijn. In andere workshops was aandacht voor uiteenlopende activiteiten van jongeren: missionair werk, hulp bij catechese, muziek maken, taken verrichten in een kerkelijk jongerencentrum en het bijhouden van een kinderwebsite.