Mismoedige stemming op de markt in Peking
De economische crisis die zich op dit moment aandient is een crisis zoals China die nog niet eerder zag. Daarom kondigde premier Wen Jiabao gisteren, onder luid applaus, bij de opening van het Volkscongres voor tientallen miljarden euro extra uitgaven aan om de economie te ondersteunen. De bevolking is als de blinde die eerst wil zien en dan pas gelooft.
Mevrouw Wang leunt wat lusteloos tussen de kolen, de courgettes en de zoete aardappelen. De linkerhand ondersteunt het gezicht. Slappe handel. Niet alleen vandaag, maar eigenlijk al weken telt ze haar dagomzet met enige bezorgdheid. „Ik haal nu zo’n 800 yuan als ik een goede dag draai. Vorig jaar was dat nog zeker 1000 yuan.”Ze legt de tomaten goed, ordent de uien, kijkt wat links en rechts door de hal van de San Yuan Li Markt en maakt dan nog een praatje met de dame die net een krop sla voor 6 yuan heeft gekocht.
Pekingers houden van klagen op zijn tijd, maar de klant heeft het moeilijk met de prijs die ze moet neertellen voor de sla die ze net heeft gekocht van mevrouw Wang. „Twee keer zo duur als gewoon. Komt allemaal door het Volkscongres”, bromt ze. „Door de veiligheidsmaatregelen komen verse groenten de stad niet meer in.”
De Chinese hoofdstad is het toneel van het Volkscongres, maar of de verscherpte veiligheidsmaatregelen leiden tot een afname van verse sla, is de vraag. Interessant is wel dat de dame, gekapt en in nette maar wat sleetse bordeauxrode jas, zonder al te veel moeite de volksvertegenwoordigers indirect de schuld geeft van de aanslag op haar portemonnee.
Of dat haar vertrouwen in de centrale overheid weerspiegelt? Waarschijnlijk niet, maar Peking voelt dat de economische crisis hard aankomt en vreest voor sociale onrust die het gevolg kan zijn van de toegenomen werkloosheid en de angst voor malaise en het daarmee gepaard gaande verlies van veel wat de afgelopen jaren is opgebouwd.
Al weken zeggen ministers, regeringsadviseurs en anderen die dicht bij de macht zitten dat Peking bang is voor die onrust. Psycholoog Wang Erping, verbonden aan de Chinese Academie voor Wetenschappen, schat dat het aantal ”incidenten” zoals relletjes en onrust officieel genoemd worden, vorig jaar tussen de 90.000 en 100.000 lag.
Officieel zijn er over 2008 geen cijfers genoemd, maar Wang geldt als een van de experts op dit gebied. Peking verwacht niet zozeer een rechtstreekse uitdaging van het gezag. Zoals Wang Erping het omschreef: de rellen „zijn als een ringworminfectie: het is ongemakkelijk, maar je overlijdt er niet aan.”
Analisten in Hongkong en Peking waarschuwen echter voor de combinatie van sociale onrust en economische malaise, de gevolgen daarvan voor de beroepsbevolking en de effectiviteit of juist het gebrek daaraan van het pakket stimuleringsmaatregelen dat vorig jaar november werd afgekondigd.
Daarbij wordt niet alleen gewezen op corruptie, maar ook op de gebrekkige controle op de uitgaven en een verkeerde timing. Volgens Ting Lu, econoom bij Merrill Lynch, verdoezelt China de werkelijke economische malheur door een beetje selectief met cijfers om te gaan. „De groei in het vierde kwartaal van 2008 ten opzichte van het derde kwartaal was bijna nul.”
Ting wordt in die opvatting gesteund door andere economen. Als zij gelijk hebben, dan heeft China aan dit jaar een heel zware dobber.
Maar volgens Wen Jiabao groeit de Chinese economie dit jaar met 8 procent dankzij miljardenuitgaven aan infrastructuur, gezondheidszorg en extra banen in overheidsdienst. Onbeantwoord blijven vragen zoals hoeveel nieuw geld er is, wanneer het wordt besteed en hoe effectief ze zullen zijn.
Stimuleringsmaatregelen die in november werden aangekondigd, blijken pas na de zomer van kracht te worden. En dan is er nog het grote gevaar van malversatie en corruptie die bij dit soort programma’s op de loer ligt, zo waarschuwden enkele regeringsadviseurs onlangs.
Het speelt allemaal in het achterhoofd van de verkopers en klanten op de markt, maar voorlopig houden de basale vraag hen bezig hoe ze zelf het hoofd boven water houden. Groentehandelaar mevrouw Wang ziet haar inkomsten opdrogen. De klant zegt al zuiniger te leven, maar verwacht haar spaargeld te moeten aanspreken.
Iets verder verdient een slager zijn geld met varkensvlees. Zhu koopt zijn halve varkens voor 1 euro per pond. Een deel van zijn verdienste kwam uit de verkoop aan restaurants in de buurt. Maar mensen eten minder buiten de deur en meer thuis, zo constateert hij. Een slecht teken, omdat men thuis niet zo uitgebreid dineert.
Slecht is zeker de dalende inkoopprijs van varkensvlees met 20 tot 30 procent. Zhu vertelt dat het aanbod de laatste weken snel toeneemt. Dat duidt op het optreden van de klassieke varkenscyclus. De miljoenen werkloze migrantenarbeiders die terugkeerden naar het platteland, zijn daar varkens gaan fokken. Met dalende vleesprijzen is een tweede klap door de malaise zo niet uitgesloten.