Duizend bewijsstukken van vliegramp
Gefotografeerd, bestickerd, gearchiveerd en zonodig ingepakt. Het gaat op voor de duizend bewijsstukken die onderzoekers van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) hebben veiliggesteld op de plek waar vorige week een toestel van Turkish Airlines neerstortte.
Het LTFO, een team van politie, Defensie en het Nederlands Forensisch Instituut, maakte dit donderdag in Driebergen bekend. In totaal zette het team ongeveer honderd mensen in, onder wie tientallen forensische rechercheurs. Twee uur na de crash waren de eerste verkenners van het LTFO op de akker waar de Boeing was neergekomen, om te bekijken hoeveel mensen en welk materieel moest worden ingezet. Donderdagochtend vroeg trok een colonne onderzoekers van Schiphol naar de rampplek.In het landelijke forensische team is ook het Rampen Identificatie Team (RIT) opgenomen. Dat heeft de negen gedode slachtoffers van de vliegtuigcrash van vorige week woensdag geïdentificeerd. Het RIT had 48 uur in het mortuarium op Schiphol nodig om zekerheid te krijgen over de identiteit van deze negen passagiers.
Onder meer lichaamskenmerken, kleding, oude verwondingen, gebitsgegevens en interviews met familieleden leverden de informatie op die deze onderzoekers nodig hadden. Vervolgens zijn alle dossiers voor de zekerheid nog eens allemaal nagelopen, om er zeker van te zijn dat de identiteit 100 procent vaststond. De mensen van het RIT hebben de stoffelijke overschotten daarna zodanig behandeld dat ze „behoorlijk goed tot redelijk toonbaar” waren voor hun nabestaanden.