Alle VN-hulporganisaties spraken hun dank uit voor het heropenen van de Vriendschapsbrug tussen Oezbekistan en Afghanistan. Volgens de woordvoerster van het Wereldvoedselprogramma (WFP) heeft dat het transport van hulpgoederen veel gemakkelijker gemaakt.

Het WFP meldde verder dat alleen al in het noorden van Afghanistan drie miljoen mensen op noodhulp zijn aangewezen. „De situatie is zeer ernstig en zeer slecht, de mensen lijden honger”, aldus de woordvoerster.

De organisaties maken zich vooral zorgen over het lot van 30.000 inwoners van Kunduz. Sinds eind september zijn zij onbereikbaar geweest voor voedseltransporten. Ook in de omgeving van het voormalige Talibanbolwerk Kandahar is de nood hoog volgens het WFP. Sinds eind september wachten daar 235.000 mensen op noodhulp. Een transport staat al klaar om te vertrekken zodra de veiligheidssituatie dat toelaat.

Sinds het begin van deze maand heeft het WFP al 30.000 ton hulpgoederen naar Afghanistan gestuurd. Andere hulporganisaties hebben 25.000 ton geleverd. De organisaties zeggen nog twee keer zoveel nodig te hebben om alle noodlijdende mensen te kunnen bereiken.

Het werk van de hulporganisaties wordt bemoeilijkt doordat af en toe het geweld weer oplaait. Vooral in het westen van Afghanistan is de veiligheidssituatie bedenkelijk, vindt de Internationale Organisatie voor Migratie (OIM) volgens een woordvoerder. OIM-medewerkers zouden in hun kamp in Maslach zijn bedreigd door een gewapende man.

Volgens een woordvoerster van Unicef willen de Afghanen zo snel mogelijk de scholen weer laten beginnen. Kinderkleding wordt voor de verspreiding gecontroleerd op geschiktheid. Kleding met kruisafbeeldingen en religieuze teksten zijn uit den boze.