Politiek

„Andere tijden, andere inzichten”

„SGP-leider Van der Vlies is niet mordicus tegen vrouwelijke volksvertegenwoordigers.” Dat concludeert de Veenendaalse dr. H. A. Post in een dissertatie waarop hij maandag aan de Vrije Universiteit Amsterdam promoveert bij prof. dr. F. A. van Lieburg.

5 March 2009 12:19Gewijzigd op 14 November 2020 07:26
VEENENDAAL – Dr. H. A. Post vindt dat Bijbelse richtlijnen over de plaats van de vrouw in de gemeente niet onverkort doorgetrokken kunnen worden naar de samenleving. Foto RD, Anton Dommerholt
VEENENDAAL – Dr. H. A. Post vindt dat Bijbelse richtlijnen over de plaats van de vrouw in de gemeente niet onverkort doorgetrokken kunnen worden naar de samenleving. Foto RD, Anton Dommerholt

Een opmerkelijke conclusie over een partijleider die zich in lastige partijdiscussies niet snel uit de tent laat lokken. Hoe lang het nog duurt voor er daadwerkelijk een SGP-vrouw in een volksvertegenwoordigend orgaan komt, weet Post niet: „Ik ben historicus en geen toekomstvoorspeller.”De benaming „historicus” die Henk Post zichzelf toedicht, is al te bescheiden. De 56-jarige bedrijfskundige promoveerde reeds tweemaal: een keer in de economie en keer in de theologie. Maandag krijgt hij voor de derde keer een doctorsbul, nu in de letteren.

In het proefschrift ”In strijd met de roeping der vrouw. De Staatkundig Gereformeerde Partij en het vrouwenkiesrecht” vergelijkt Post de standpuntontwikkeling van de SGP over de vrouw met die van ARP, CHU, GPV en RPF.

De directe aanleiding voor Post –zelf afkomstig uit een CHU-nest– om aan zijn derde promotie te beginnen, was een aantal interviews met predikanten in deze krant, een jaar of acht geleden. Zij gaven, al dan niet anoniem, hun mening over de plaats van de vrouw in hun partij. „De meningen van deze dominees stonden haaks op elkaar. Toen wilde ik weten wat de achtergrond is van het SGP-verzet tegen deelname van vrouwen aan het politieke proces.”

Post weet nu dat de afwijzing is gebaseerd op een complex van factoren: „Angst voor gezichtsverlies, vasthouden aan een negentiende-eeuwse opvatting over de man-vrouwverhouding, de rivaliteit met de ARP, autoritaire partijleiders, de dominantie van predikanten in het partijbestuur, het beroep op de onveranderlijke Bijbel en eeuwige beginselen, de conservatieve inslag van het bevindelijk gereformeerde volksdeel, een wereldmijdende opstelling, een radicale versie van de antirevolutionaire antithese, de refozuilvorming en een partijbestuur dat uit angst voor een breuk meer rekening hield met de rechter- dan met de linkervleugel.”

De prikkelende conclusie dat Van der Vlies niet mordicus tegen gekozen SGP-vrouwen is, baseert Post op twee uitspraken van de staatkundig gereformeerde voorman. In december 2007 antwoordde Van der Vlies in het radioprogramma De ochtenden op de vraag of het passieve kiesrecht er nog van zou komen: „Met een knipoog zeg ik, geef ons de ruimte voor ons eigen proces. Het regeerambt is eerder aangewezen voor de man dan voor de vrouw.” Een maand later zei hij voor de internetzender „Het gesprek” op een vergelijkbare vraag: „Dat zou in strijd zijn met hoe de partij er momenteel over denkt. Dat ligt vrij fundamenteel.”

Post: „Hoe klein ook, hier laat Van der Vlies de mogelijkheid open dat de partij in de toekomst anders gaat denken over het passieve kiesrecht voor vrouwen. De woordjes ”eerder” en ”momenteel” zijn in dit verband belangrijk. De SGP’er gooit de deur niet in het nachtslot.”

Dat past volgens Post helemaal in de lijn die de SGP in het verleden heeft gekozen rond het thema vrouw en politiek. „Steeds heeft men het standpunt stukje bij beetje aangepast aan de dominante sociaal-maatschappelijke ontwikkeling.”

Volgens de promovendus is het vraagstuk van de vrouw binnen de SGP dan ook geen theologisch, maar een historisch vraagstuk. „Mijn stelling is dat de SGP met de Bijbel in de hand in verschillende tijden tot verschillende conclusies komt. Andere tijden, andere inzichten.” Post kan zijn stelling eenvoudig onderbouwen met feiten: „Partij-oprichter ds. G. H. Kersten verzette zich negentig jaar geleden met de Bijbel in de hand tegen het kiesrecht voor vrouwen. Dat geluid hoor ik nu niet meer. De huidige SGP-voorzitter, Kolijn, verzette zich in 2001 nog tegen het lidmaatschap van vrouwen van een kiesvereniging. Daarbij baseerde hij zich ook op de Bijbel. Dat geluid hoor ik ook niet meer, tenminste niet vanuit het hoofdbestuur. Sinds 2006 mogen vrouwen wel lid worden.”

Post heeft geen behoefte om neerbuigend te spreken over deze ontwikkeling. Daarvoor is hij zelf te veel theoloog –hij voelt zich verwant met de hervormd-gereformeerde richting binnen de Protestantse Kerk in Nederland. „Wij zijn mensen van de tijd en dus beperkt in ons denken. De Bijbel is een lámp voor de voet; dus geen megaschijnwerper. Voor elke dag wil de Bijbel licht geven voor de stappen die je dan moet zetten. Dat kán leiden tot andere inzichten. De voormannen hebben in hun tijd naar eer en geweten gehandeld.”

Zo’n benadering kan wel leiden tot een hellend vlak, en als SGP’ers ergens bang voor zijn dan is het daarvoor.

„Je leest de Bijbel in de tijd waarin je leeft. Het goud van de Bijbel omslaan tot pasmunt voor deze tijd, noemt Van der Vlies dat geloof ik. In de Bijbelse tijd was er sprake van slavernij en uithuwelijken. Bijbelschrijvers hadden geen behoefte om dat systeem af te schaffen. Ik hoor geen enkele SGP’er anno 2009 pleiten voor herinvoering hiervan.”

Straks is het een vrouw in de politiek, daarna een vrouw in het kerkelijk ambt.

„Dat hoeft niet. Dat vrouwen in de samenkomsten van de gemeente moeten zwijgen, is helder. Ik ben ook geen voorstander van vrouwelijke voorgangers en zo. Waar volgens mij het knelpunt bij de SGP zit, is dat de partij een Bijbelse richtlijn voor de gemeente onverkort doortrekt naar de samenleving. Dat is een sprong die volgens mij Bijbeluitlegkundig niet verantwoord is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer