Controverse rond ‘baby op maat’ van kliniek in VS
De aanbieding van een Amerikaanse ivf-arts eerder deze week om embryo’s te selecteren op uiterlijke kenmerken, zoals oog- en haarkleur, heeft nogal wat stof doen opwaaien.
Jeff Steinberg, directeur van de Los Angeles Fertility Institutes, was in de jaren zeventig van de vorige eeuw een van de pioniers op het terrein van in-vitrofertilisatie (ivf). Sinds een paar jaar biedt hij ouders de mogelijkheid het geslacht van hun kind te kiezen. In Amerika is dit toegestaan. In Nederland is selectie op het geslacht van een kind bij de wet verboden.Begin deze week liet Steinberg weten embryo’s te willen selecteren op oog- en haarkleur. Hij verwacht dat de eerste kinderen die hierop zijn uitgezocht volgend jaar worden geboren.
De ivf-arts gebruikt voor de selectie zogeheten pre-implantatie genetische diagnostiek (pgd). Die techniek wordt ook wel ingezet om embryo’s te screenen op genen die ernstige erfelijke aandoeningen kunnen veroorzaken, zoals ALS en kanker.
Zowel Amerikaanse als buitenlandse ethici hebben hun zorg geuit over de plannen van Steinberg. Selectie van embryo’s op uiterlijke kenmerken is voor velen een stap te ver. Steinberg stelt zelf echter: „Ik zou dit geen gevaarlijke weg willen noemen. Eerder niet-verkend terrein.”
Gillian Lockwood, een Britse vruchtbaarheidsexpert en lid van een ethische commissie voor verloskundigen en gynaecologen, vraagt zich af of het moreel verantwoord is om wetenschap voor dit doel in te zetten. Tegen de BBC zei ze: „Als we kunnen selecteren op de genen die verantwoordelijk zijn voor blauwe ogen of blond haar, wat gebeurt er dan met al die embryo’s die blijken te zijn zoals ik: met rood haar en groene ogen?”
Volgens de Amerikaanse ethicus Art Caplan, verbonden aan de University of Pennsylvania, is het ‘ontwerpen’ van nakomelingen en het streven naar perfectie „het gevaarlijkste hellend vlak waar we ons op kunnen begeven.”
Hij verklaarde tegenover ABC News dat de mogelijkheid van genetische manipulatie en selectie op erfelijke eigenschappen belangrijke vragen oproept. „Het is uiterst belangrijk waar we de grenzen stellen en hoe we deze technieken aanwenden met betrekking tot het ontwerpen van onze kinderen”, aldus Caplan.
„Zullen alleen de rijken dit kunnen doen en de armen niet? Creëren we daarmee niet een subgroep van genetisch perfecte mensen tegenover de rest van de bevolking?”