Zo heeft ook de Heere het koninkrijk van Belsazar geteld. Dat wil zeggen: Hij heeft het een bepaalde tijd gesteld. Daarvan kwam het einde toen de profeet Daniël de koning het geschrift uitlegde dat met de hand op de wand geschreven was. Aldus stelde God een bepaalde tijd vast. David zei van God: „Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze alle bij namen.” Het getal van de sterren is voor mensen ontelbaar, maar is bij God bekend. Zijn kennis is oneindig. Daarom gaat de psalmist verder en zegt: „Zijns verstands is geen getal.”Begeerde Mozes in onze tekst de dagen van zijn leeftijd te weten? Dat is niet het geval, want Mozes was een wijze man. Hij wist zeer goed dat het niet betamelijk is in de schatkamer van Gods verborgenheden te kijken, want dat is God voorbehouden, daar in te zien. Daarvan zegt onze Heere Jezus Christus tegen zijn discipelen: „Het komt u niet toe te weten de tijden en gelegenheden die de Vader in Zijn eigen macht…”

Mozes probeerde hier niet langs een omweg de tijd van zijn leven te weten, want de Heere heeft de palen van ons leven gesteld. Die kan niemand verzetten.

Franciscus Elgersma,predikant te Grouw

(”Een bundelken van Heilige meditatiën”, 1696)