AIG drukt Wall Street diep in het rood
De beurzen op Wall Street doken maandag weer sterk in het rood. Het megaverlies van verzekeraar AIG en het nieuws dat het concern opnieuw miljardensteun van de Amerikaanse overheid krijgt, voedden de angst voor een verdere escalatie van de financiële crisis.
De toonaangevende Dow-Jonesindex noteerde de hele dag onder de psychologisch belangrijke grens van 7000 punten. Aan het eind van de handelsdag bedroeg het verlies 299,64 punten (4,2 procent) bij een stand van 6763,29 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 34,27 punten (4,7 procent) omlaag tot 700,82 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq verloor 54,99 punten (4 procent) bij een slotstand van 1322,85 punten.De Dow Jones daalde tot het laagste niveau in bijna twaalf jaar tijd. Alle fondsen in de index stonden op verlies, waarbij de bankaandelen wederom de zwaarste klappen kregen.
Citigroup, de bank die vrijdag al bijna 40 procent van zijn waarde zag verdampen, was met een koersval van 20 procent opnieuw de grootste verliezer. Wells Fargo ging met 10 procent onderuit, Bank of America en JPMorgan Chase leverden tussen 7 en 8 procent van hun waarde in.
De financiële markten werden voor aanvang van de handel opgeschrikt door het recordverlies van 61,7 miljard dollar dat verzekeringsconcern AIG in het laatste kwartaal van vorig jaar moest incasseren. AIG, ooit het grootste verzekeringsconcern ter wereld, krijgt extra staatssteun ter waarde van 30 miljard dollar. De verzekeraar werd afgelopen najaar al van de ondergang gered met 150 miljard dollar aan overheidssteun en is nu voor 80 procent in overheidshanden.
De problemen bij AIG overschaduwden de handel volgens analisten volledig. „Ze zijn dodelijk gewond. Het is duidelijk dat alles gestaag slechter wordt. Het ergste moet nog komen”, aldus Warren Simpson van Stephens Capital Managament.
Voor aanvang van de handel bleek uit nieuwe cijfers van onderzoeksbureau ISM dat de Amerikaanse industrie in de afgelopen maand iets minder is gekrompen dan verwacht. Dit bood de koersen van grote industriële bedrijven echter geen soelaas. General Electric bungelde in de onderste regionen van de Dow Jones met een verlies van bijna 11 procent. Machinebouwer Caterpillar ging met ongeveer 10 procent achteruit. Het industriële conglomeraat 3M sloot bijna 6 procent lager.
De prijs van een vat ruwe Amerikaanse olie (van 159 liter) daalde met ruim 10 procent tot 40 dollar. De nieuwe daling van de olieprijs zette druk op de koersen van de belangrijke olieconcerns. ExxonMobil en Chevron gingen 4 tot 5 procent achteruit. ConocoPhillips verloor 6 procent.
De euro kostte op de valutamarkt 1,2575 dollar, tegenover 1,2585 dollar bij het slot van de Europese beurzen op maandag.