Kerstster worstelt met oubollig imago
De roodbloemige plant die in deze tijd van het jaar menige vensterbank of salontafel siert, heeft in Nederland een imagoprobleem. Het zou een oudedamesplant zijn. De sector werkt hard aan een restyling. Verf, andere kleuren en vormen moeten de populariteit van de Poinsettia -in de volksmond de kerstster- weer opkrikken.
De bekende stervormige plant met de grote rode bloemen is in 1834 in Zuid-Mexico ontdekt door de Amerikaanse ambassadeur in dat land, Poinsett. Vandaar de officiële naam Poinsettia. De Amerikaan stuurde enkele van de reusachtige sterachtige planten naar zijn vaderland, waar ze behoorlijk in de smaak vielen.
Sindsdien wordt de plant met de kersttijd geassocieerd. „Vanwege haar warme kleur en stervormige uiterlijk”, zegt S. Klaassen, directeur logistiek en verkoop van bloemengroothandel Niftrik in het Gelderse Bemmel. „Mensen zoeken in de kersttijd warmte, sfeer en genegenheid, en daar past deze rode plant heel goed bij.”
Kerststerren zijn subtropische planten. Toch worden ze in de zomer vrijwel niet verkocht, maar alleen tijdens de eerste twee à drie weken van december. „Dat betekent dat de kweker heel wat moet doen om de plant in een goede conditie af te leveren”, zegt Klaassen.
„Het teeltproces begint in februari, als er weer jonge planten worden besteld voor het komende najaar”, zegt G. Maters, kweker van kerststerren in Lent. In juli of augustus komen de bewortelde stekken binnen en worden ze opgepot. Na drie weken groei verduistert Maters de kas dagelijks een aantal uren, zodat de dag kunstmatig kort wordt in de kas. Daardoor gaat de plant knoppen maken en kan de teler de eerste Poinsettia’s half oktober afleveren.
In 2001 werden er in Nederland 15.266.000 exemplaren op de bloemenveilingen verkocht, 3 procent meer dan het jaar ervoor. Omdat de prijs iets lager lag dan in 2000, was de omzet over 2001 met 14.468.000 euro iets lager dan in 2000.
Van de eerste kerststerren gaat een groot deel de grens over naar Duitsland, waar de piekverkoop in november valt. Sommige exemplaren zijn met goud- en zilverpoeder bestrooid. Ook exporteren de telers veel planten naar Frankrijk.
Groothandel Niftrik vormt de schakel tussen telers en winkels. Het bedrijf levert echter niet aan bloemenzaken of tuincentra, uitsluitend aan supermarkten in Gelderland en Noord-Brabant. De medewerkers van Niftrik verzorgen zelf het assortiment, de uitstalling en de presentatie van de planten in de supers. „De meeste mensen die daar onze producten kopen, doen dat voor eigen gebruik. Dat betekent dat de bloemen en planten van uitstekende kwaliteit moeten zijn, want anders raak je die klanten kwijt en zorgen zij ook nog eens voor negatieve mond-tot-mondreclame.”
Volgens de groothandelaar begint het versieren van het huis in kerstsfeer steeds vroeger. Dachten mensen daar tien jaar geleden pas rond 15 december aan, tegenwoordig neemt de verkoop van kerststerren eind november al toe en komen de kerstlichtjes en -bomen de dag na Sinterklaas al te voorschijn.
„Mensen denken in oktober niet: Hé, ik moet ook nog kerststerren kopen. Ze moeten er in de supermarkt tegenaan lopen en de impuls tot aankoop krijgen. Onze presentatie moet dus voor die prikkel zorgen.” Ondanks het koude weer van de afgelopen weken loopt de handel goed, constateert de directeur.
De huidige klant is volgens Klaassen mondiger en vooral ook grilliger geworden. Er worden volgens hem minder gemengde bossen bloemen en juist meer bossen van één soort gekocht. „Mensen nemen nu een boeket rozen, een bosje gipskruid en andere bloemen en ze stellen thuis zelf hun eigen creaties samen”, zegt Klaassen. Ook met de Poinsettia willen klanten tegenwoordig eigen stukjes maken.
Dit veranderend consumentengedrag is ook zichtbaar in de verkoop van kerststerren. In 1997 leverden de Nederlandse telers volgens de Bemmelse directeur nog voor omgerekend 15,9 miljoen euro aan roodbloemige planten, in 2001 was dat gedaald tot 14,5 miljoen euro.
Een onderzoek van het Productschap Tuinbouw laat de tanende populariteit van de kerstster zien. Door in Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland 300 consumenten te ondervragen, heeft de organisatie een indruk gekregen van het beeld dat mensen hebben van de Poinsettia.
Hoewel veel Nederlanders zeggen de plant wel te herkennen, is het opvallend dat ze duidelijk minder positief over de kerstster oordelen dan buitenlanders. Het is in hun ogen een ouderwetse en oubollige plant. Slechts 1 procent van de ondervraagden vindt de Poinsettia geschikt als cadeau en een tamelijk groot deel van de Nederlanders oordeelt dat deze plant iets is voor oude mensen.
Daar speelt de bloemensector op in door geverfde kerststerren aan te bieden. Klaassen: „Je kunt ze nu in allerlei kleuren krijgen, zoals geel, lichtrood, wit en oranje. Of met letters en sterretjes op de bladeren.” Overigens is 80 procent van de verkochte exemplaren nog traditioneel rood.
„Je ziet met name bij jongeren dat ze op de salontafel graag hun eigen creatie hebben staan: een of twee kerststerren in een mandje of een glazen vaas, met wat anders erbij”, zegt Klaassen. „Ouderen passen -helaas, zeggen wij- vaak goed op hun traditionele plant in de vensterbank, en dan staat die er in april nog.”
Wie de kerstplant -in de winkel niet duurder dan ongeveer 3 euro- goed wil houden, dient het volgende in acht te nemen: zorgen voor voldoende licht en lucht, geen kou of tocht, minimaal 15 graden, niet in de zon zetten, met de ’voeten’ in het water zetten. Verder lust de kerstster eenmaal in de twee weken graag wat plantenvoeding.