„Waaromvragen komen achteraf”
„God, wees erbij”, dacht de Nederlands gereformeerde geestelijk verzorger mevrouw A. Hoekman toen ze samen met haar collega door de gangen liep naar de familieleden en bekenden van de slachtoffers.
Woensdag kreeg het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp dertien slachtoffers binnen. Sommigen waren al snel weer op de been, anderen moeten nog even blijven liggen.Toen Hoekman voor het eerst op haar computer las dat een vliegtuig verongelukt was, werkte ze non-stop door. „Razendsnel gaat er door je hoofd wat je allemaal moet doen, ik nam geen pauzes meer. Maar je kunt niet overal tegelijk zijn, en je bent mogelijk ook zelf angstig. Vervolgens krijg je toch kalmte over je. Je beweegt je tussen de mensen en tast af wat ze nodig hebben.”
Een van de eerste doelen was het regelen van een imam die vloeiend Turks, Arabisch en Nederlands spreekt, omdat Hoekman verwachtte dat de meeste slachtoffers of familieleden een islamitische achtergrond hadden. „Gelukkig zegde een imam van een moskee in de nabijheid van het ziekenhuis alle medewerking toe.” Ook een Turks en Arabisch sprekende tolk werd onder het verplegend personeel gevonden.
„Verder had ik een Bijbel in de buurt, verschillende gebeden in een map en stonden spullen klaar om de zalving toe te dienen aan rooms-katholieke slachtoffers. In dit ziekenhuis waren er echter geen overlevenden die in een terminale fase verkeerden. Ik heb ook niet hardop gebeden met mensen.”
De slachtoffers zijn voor de geestelijke verzorgers moeilijk te bereiken. „Ze zijn omgeven met medische zorg. Al vertrouw je natuurlijk wel op het personeel, dat weet wanneer een pastor nodig is. Je bent er vooral voor de familie.”
Drommen
In de zoektocht van familieleden of bekenden naar hun dierbare speelde Hoekman een grote rol. Van belang is dat mensen tot rust komen, leerde zij tijdens rampoefeningen. „We hadden een aparte zaal, de kerkzaal, ingericht. Er was koffie en thee in overvloed. Maar mensen hadden een steen in de maag. Ze bleven op de drempel staan of liepen heen en weer. De familie wil zo snel mogelijk bij het slachtoffer te zijn. Het is eerst zien, dan geloven. Toen bracht de imam rust. Hij voelde de situatie heel goed aan en ging met mensen bidden in de gebedsruimte voor moslims.”
De pastor was ook aanspreekpunt als mensen hun verhaal over het ongeluk kwijt moesten. „Een vrouw hoorde haar vader in het vliegtuig bellen dat het toestel gecrasht was. Toen werd de verbinding verbroken. Haar vader lag echter in een ander ziekenhuis. Dan bel ik later op de dag of het goed gekomen is.”
Tijdens de eerste opvang spelen er nog geen zingevingsvragen. „Mensen waren stil. Ik denk dat de vragen achteraf komen. Wat ik nu doe, is aanwezig zijn. Medeleven tonen. Naast hen staan.”
Hoekman verbaasde zich over de troostende kracht van de familieband. „Ik heb de hereniging tussen familie en patiënt niet gezien, maar wel dat familieleden in drommen toestroomden. Ook neven en nichten. Ik vroeg wie het aanspreekpunt was. „We zijn allemaal even belangrijk”, was het antwoord. Ze bedoelden: we gaan er met z’n allen tegenaan. Van dat familiegevoel valt wat te leren.”
De ramp laat Hoekman niet onberoerd, al heeft ze als hulpverlener meer ernstige situaties meegemaakt. „’s Nachts heb ik niet rustig geslapen. Telkens komen fragmenten voorbij in je hoofd. Ik zie mezelf handelen en mensen haast bevroren in het ziekenhuis staan.”