Overlijden van Pim Overzier blijft raadsel
De 57-jarige H. H. uit Bennekom stond dinsdag in Zutphen terecht. Hij wordt ervan verdacht de 37-jarige Pim Overzier uit Apeldoorn van het leven te hebben beroofd door hem te wurgen of te verstikken. Als hij dat niet op z’n geweten heeft, is hij volgens het openbaar ministerie verantwoordelijk voor het begraven van het lichaam van Overzier, met als doel het overlijden te verhelen.
Het lichaam van Overzier werd in maart in een bos in Dronten gevonden. De doodsoorzaak is niet bekend; mogelijk is de man levend begraven.
De eerste zittingsdag, dinsdag in Zutphen, stond in het teken van een eigenhandig door H. geschreven, negentig pagina’s tellend verhaal over de gebeurtenissen tussen eind november en zijn arrestatie eind januari. H. kreeg van de rechtbank in Zutphen vier uur lang de gelegenheid om zijn visie op de zaak te geven, waarbij hij al zijn eerder afgelegde verklaringen terugtrok en zijn onschuld bleef volhouden.
Het gebruikelijke verhoor door de rechtbank bleef achterwege. Wel werden er drie getuigen gehoord, onder wie de vriendin van H., een bekende van hem en zijn psychotherapeut. Alleen dit laatste verhoor vond in het openbaar plaats. Donderdag wordt de zaak voortgezet. Dan zullen officier van justitie mr. L. T. Wemes en advocaat A. H. J. G. van Voorthuizen het woord voeren.
In zijn verklaring ontkende H. dat hij jaloers was omdat zijn vriendin mogelijk een afspraakje met Overzier zou hebben. In de periode rond de verdwijning van het slachtoffer zou H. benaderd zijn door een privé-detective, een „bruut” en een vrouw met rood haar, die zijn hulp inriepen bij het op heterdaad betrappen van een aanrander. De detective zou H.’s auto hebben gebruikt voor de achtervolging. De mogelijke aanrander zou bij hem zijn ingestapt. Dit zou verklaren waarom er later een bloedspoor van Overzier in de auto werd aangetroffen.