„Moord had verijdeld kunnen worden”
Als Pim Fortuyn professioneel was beveiligd, had de moordaanslag „absoluut” voorkomen kunnen worden. Dat zegt J. C. P. Slaman, directeur van beveiligingsbedrijf International Security Partners (ISP) in Lelystad, in reactie op het rapport van de commissie-Van den Haak.
Dat Fortuyn op 6 mei vanuit een radiogebouw op het Media Park in Hilversum eerst een stuk over straat moest lopen alvorens hij in zijn auto kon plaatsnemen, druist in tegen fundamentele beveiligingsregels, schetst Slaman. „Een professioneel opgeleide chauffeur zou zijn auto bij de deur hebben geparkeerd, zodat Fortuyn direct in had kunnen stappen. Zulke simpele dingen zijn vaak heel effectief.”
Slaman is het „hartgrondig” eens met de conclusie van de commissie-Van den Haak dat de overheid de persoonsbeveiliging onderschat. Voor de beveiligingsexpert, die van 1980 tot 1986 werkzaam was voor de antiterreureenheid van de politie en mensen als Bush en de paus bewaakte, is daarbij niet alleen de overvloed aan dreigberichten aan het adres van Fortuyn een teken aan de wand.
Juist ook de tijdgeest schreeuwde om bewaking van omstreden politici, benadrukt de beveiligingsexpert. „In de tijd voor de moord op Fortuyn stond de maatschappij overduidelijk onder spanning. We hadden 11 september net achter de rug. In Frankrijk veroorzaakte Le Pen opschudding, in Oostenrijk Haider, in België het Vlaams Blok. Toen zag het ernaar uit dat er in Nederland een man aan het hoofd kwam die klip en klaar zei wat hij dacht. Fortuyn was omstreden. Hij had beveiligd moeten worden. Net als zijn tegenstanders Melkert en Rosenmöller.”
Dat Pim Fortuyn zelf weinig voelde voor persoonsbeveiliging doet niet zo bar veel terzake, betoogt Slaman. De overheid had hem dwingend bescherming moeten opleggen. „Het is helemaal niet vreemd dat mensen die bedreigd worden, afhoudend reageren. Dat noemen we de ontkenningsfase: iemand die te horen krijgt dat men hem naar het leven staat, kan reageren in de trant van: Dat valt wel mee.
In het geval van Fortuyn heeft de overheid een enorme vergissing gemaakt. Men heeft zich op het verkeerde been laten zetten. Men handelde kennelijk vanuit de gedachte: U wilt het niet, dus doen we het niet. Dat is een totaal verkeerd uitgangspunt.”
Slaman kijkt er niet vreemd van op dat de commissie-Van den Haak tot de conclusie komt dat informatie over bedreigingen aan het adres van Fortuyn niet op een centraal punt werd opgeslagen. „Ook wij maken mee dat diensten langs elkaar heen werken. Zo vergeet de regionale politie wel eens om belangrijke informatie in bedreigingszaken door te spelen naar de Centrale Recherche Informatiedienst.”
De politie neemt bedreigingszaken vaak niet serieus genoeg, vindt Slaman. „Ik ken iemand die in een arbeidsconflict zwaar is mishandeld en vervolgens werd bedreigd. Hij kreeg per telefoon iets te horen als: Ik sla je in elkaar, ik krijg je wel. De bedreigde man belde de politie, maar die reageerde nauwelijks. Een politieambtenaar vroeg: Staat de bedreiger voor uw deur? Dat was nog niet het geval. Dus deed de politie maar niets. Dat vind ik dus echt fnuikend.”
Slaman betwist de conclusie van de commissie dat de aanslag op Fortuyn in alle redelijkheid niet voorkomen had kunnen worden. „Ik geef toe dat je iemand nooit 100 procent kunt beveiligen, maar toch vind ik die uitspraak van de commissie discutabel. Ik ken voorbeelden uit de praktijk waarbij achteraf bleek dat door een adequate beveiliging wel degelijk een moord is verijdeld. In Nederland moesten wij in de jaren tachtig de Turkse ambassadeur bewaken. In Brussel werd zijn militair attaché vermoord. Later bleek dat de dader het eerst gemunt had op de ambassadeur in Nederland, maar dat hij uitweek naar de attaché, vanwege de strenge beveiligingsmaatregelen rond de ambassadeur.”
De beveiligingsman uit Lelystad geeft toe dat persoonsbewaking een grondige inbreuk op de privacy is, maar wijst erop dat beveiliging de bedreigde ook rust geeft. „Ik heb wel meegemaakt dat iemand met zijn gezin halsoverkop in een hotel moest onderduiken. Dan is het fijn als je een aantal deskundigen om je heen hebt, die je van adviezen kunnen voorzien.”
In het huidige tijdsgewricht doet de overheid er goed aan om sleutelfiguren in de samenleving grondig in de gaten te houden. „Ook nu leven we in een tijd vol spanning. Er kan een oorlog tegen Irak uitbreken. In ons land neemt de populariteit van Amerika af. Het zou verstandig zijn als de politie vaker uit zichzelf politieke partijen tot alertheid maande. Ik verbaas me erover dat een man als Nawijn kennelijk niet goed beveiligd wordt. Je kunt beter te veel dan te weinig maatregelen nemen. Je krijgt geen tweede kans.”