Rekenen was vroeger niet beter
Tegenstanders van het ‘nieuwe’ rekenen hebben geen kennis van zaken, reageert W. van de Geer op de column van ds. W. Visscher (RD van 13 februari). Modern rekenonderwijs is concreet en heeft oog voor de eigenheid van het kind, wat vroeger wel anders was.
Onlangs bracht ik een bezoek aan de cardioloog. Ik vroeg hem of ik van een bepaald medicijn een lagere dosis kon gebruiken. „Waarom wilt u dat?” Mijn reactie: „Mijn omgeving is van mening dat je dat medicijn niet al te lang moet gebruiken vanwege mogelijke bijwerkingen.” Hij glimlachte: „Tja, mensen willen overal over meepraten, maar dat betekent nog niet dat ze het ook wéten.”Ik moet daar steeds meer aan denken als ik de discussies volg over het rekenonderwijs. Iedereen wil erover meepraten, niet het minst de ouders. Dat is begrijpelijk, want als ouder draag je immers medeverantwoordelijkheid voor het onderwijs aan je kinderen. Daar is niets mis mee.
Zo mengt ook ds. W. Visscher zich als ouder (?) in het ”nationaal rekendebat” onder de titel: ”Leren en oefenen moeten in onderwijs kernwoorden zijn”. Hij heeft een duidelijke mening: kinderen leren niet meer staartdelen, ze kennen de tafels niet meer, ze leren op een merkwaardige manier rekenen met een abacus, kortom: het rekenonderwijs is in het slop geraakt.
Maar er gloort hoop: er komt een nieuwe rekenmethode! In feite is die methode niet nieuw, want „de nieuwe methode is heel herkenbaar en betrouwbaar.” Het is gewoon een terugkeer naar het oude (vroeger): leren en oefenen.
Trukendoos
Was dat rekenen vroeger beter? Dat er op school geleerd en geoefend moet worden, is zonneklaar. Ik ben alleen bang dat wij fundamenteel verschillen over wat leren nu eigenlijk is en in welke volgorde leren en oefenen moeten plaatsvinden.
Ds. Visscher zal met mij van mening zijn dat rekenen voor veel kinderen het moeilijkste vak van de basisschool is. Dat heeft alles te maken met het abstracte karakter ervan.
Vroeger gaf men rekenonderwijs op abstract niveau. Met als gevolg dat de meeste kinderen er weinig of niets van begrepen. Vervolgens ging de trukendoos open en oefende men eindeloos op rekentechnieken om zo toch kinderen voor de maatschappij klaar te stomen… hetgeen mislukte. Talloze onderzoeken in de vorige eeuw hebben dat aangetoond.
Trouwens: heeft de maatschappij nog behoefte aan burgers die snel moeilijke cijfersommen (zoals staartdelingen) kunnen maken? We verliezen het echt van de rekenmachine.
Bovendien werd er destijds vrijwel geen rekening gehouden met het volstrekt Bijbelse gegeven dat ieder mens uniek is en dus een eigen manier van denken (strategie) heeft. Alle kinderen werden over één kam geschoren: zoals de meester of de juf dacht, dienden ook de kinderen te denken.
Abacus
Het afwijzen van het ‘oude’ rekenen resulteerde in ‘nieuw’ rekenonderwijs, waarin oog is voor een concrete benadering van de rekenproblemen, waar gebruikgemaakt wordt van uitstekende leermiddelen zoals rekenrek en abacus, van modellen zoals getallenlijn en verhoudingstabel om dat abstracte rekenen inzichtelijk te maken en waar ruimte is voor de uniciteit van ieder kind. En: waar trucs voor altijd in de trukendoos worden opgeborgen!
Onderzoek zou hebben aangetoond dat rekenprestaties van kinderen als gevolg van dit nieuwe rekenen achteruitgaan. Er wordt gewezen op het onderzoek van de commissie-Dijsselbloem. Deze baseert zich onder meer op de Cito-toets.
Echter: het Cito constateert ten aanzien van verreweg de meeste toetsonderdelen gelijke of verbeterde prestaties. Slechts op enkele domeinen (o.a. cijferen en meten) wordt een (geringe) achteruitgang waargenomen. Ook internationaal (Pisa-onderzoek) staat Nederland nog steeds in de top tien wereldwijd en in Europa in de top vijf. Dat er hier en daar enige bijstelling nodig is, weten de professionals van het realistisch rekenonderwijs als geen ander.
Terug naar het oude rekenonderwijs, dat vooral weer het accent legt op het cijferen? Er is, tot dusver, maar één uitgever die deze stap zet. Laten we hopen dat het bij deze ene zwaluw blijft. Want gaan we terug naar het rekenen van vroeger, dan wordt het gegarandeerd weer winter.
Slag bij Nieuwpoort
Leren en oefenen moeten weer kernwoorden worden in het onderwijs. Jawel, maar dan leren opgevat als inzichtelijk leren en daarna oefenen. Of: wat heeft een kind (en een volwassene) anno 2009 eraan als hij kan opdreunen (na veel oefenen!) dat in het jaar 1600 de Slag bij Nieuwpoort plaatsvond, maar de geschiedenis daarachter niet weet? Feitelijke onkunde is de wortel van veel kwaad.
Ten slotte: mochten ouders niet begrijpen wat er achter dat realistische rekenen schuilgaat, laten ze dan even aanlopen bij de leerkracht. Die wil bijvoorbeeld graag uitleggen hoe een abacus werkt. Dat is in vijf minuten verteld. Dan gaat het praten over in weten en daar wordt de omgeving alleen maar gezonder van.
De auteur is docent rekenen en wiskunde aan hogeschool Driestar educatief.