Compacte geschiedenis van het christendom
Titel: ”De geschiedenis van het christendom”
Auteur: Jonathan Hill
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2008; 559 blz.
ISBN 978 90 435 1376 0
Pagina’s: € 45,-.
Het is altijd de kunst om de ingewikkelde geschiedenis van de kerk op een levendige wijze te beschrijven zonder tekort te doen aan de inhoud. De Oxfordse filosoof en theoloog Jonathan Hill is erin geslaagd deze gelukkige combinatie te bereiken, waarbij het de uitgever is gelukt er een bijzonder illustratief boek van te maken.De tekst op de achterflap klinkt wat populistisch. „Hoe kon een groep bange boeren in een uithoek van het Romeinse Rijk, volgelingen van een geëxecuteerde misdadiger, uitgroeien tot de grootste religie ter wereld? Het fascinerende verhaal van het christendom, hoe het veranderde van een illegale sekte in een religie van keizers, koningen en presidenten en hoe het zich verspreidde over de aarde.”
Een dergelijk citaat lijkt het ontstaan van de kerk te beschouwen als een menselijke gebeurtenis. Die vragen zijn soms ook te stellen als de auteur de oorsprong van het christendom weergeeft met een bepaalde distantie ten aanzien van de feiten. Het zijn ”christenen” die stellen dat Jezus uit het graf is opgestaan. Het basisgegeven van de ”opstandingservaringen” is de oorsprong van het christendom.
Toch geeft het werk als geheel een objectief en eerlijk beeld van de geschiedenis van de christelijke kerk. Het boek is ingedeeld in zeventien hoofdstukken die elk een periode beschrijven, chronologisch en per continent. De auteur stelt dat voor dit boek geen kennis van de christelijke geschiedenis of theologie nodig is. Achterin staan een verklarende woordenlijst van onbekende termen en suggesties voor verdiepende literatuur. De ruim 200 kleurenillustraties, vergezeld van ondersteunende citaten, verlevendigen de tekst.
Dat de wereldkaart van het christendom ingrijpend is veranderd blijkt duidelijk uit dit boek. Het grootste deel gaat over Europa. Azië en Afrika waren lange tijd slechts passieve ontvangers van de christelijke religie via Europese en Amerikaanse zendelingen. De laatste twee hoofdstukken hebben betrekking op het moderne Afrika en Azië.
Het nuttige van dit boek is dat het nagenoeg uitputtend alle stromingen, personen en landen behandelt, zelfs bijgewerkt tot de huidige ontwikkelingen in de Rooms-Katholieke en Anglicaanse Kerk, het pinksterchristendom en de evangelicale wereld. Voor een eerste introductie is dit boek een toegankelijke inleiding in de geschiedenis van de kerk.
De compactheid is natuurlijk altijd een nadeel, vooral als we zien dat Nederland in een bijdrage van Harry Veldman amper een pagina krijgt om de kerkgeschiedenis van de negentiende én de twintigste eeuw te behandelen; maar dan wel tot en met de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland en het ontstaan van de Hersteld Hervormde Kerk en de Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland.
Het boek is niet alleen een pennenvrucht van Jonathan Hill; 45 andere deskundigen, ook uit Nederland, leverden een bijdrage over onderwerpen op hun vakgebied. Redactioneel advies kwam onder meer van Mark Noll (Wheaton College) en Lamin Sanneh (Yale). De lange reeks medewerkers bestaat vooral uit mensen uit Engeland en de Verenigde Staten, onder wie ook behoudende wetenschappers zoals Carl Trueman (Westminster Theological Seminary) en Philip Walters (Keston Institute). Onder de Nederlandse medewerkers staan vermeld Hans Krabbendam (Roosevelt Study Center) en Jurjen Zeilstra (historicus en predikant).