Noord-Korea zet Amerika onder druk
Een snelle ondertekening van een non-agressieverdrag door Noord-Korea en de Verenigde Staten is de enige manier om een oorlog op het Koreaanse schiereiland te voorkomen. Dat heeft de Noord-Koreaanse staatskrant Rodong Sinmun maandag geschreven.
De VS hebben Noord-Korea onder druk gezet sinds bekend werd dat het zijn kernwapenprogramma heeft hervat.
Volgens de Noord-Koreaanse staatskrant dreigt een oorlog uit te breken, maar Noord-Koreaanse media verwoorden wel vaker angst voor een Amerikaanse invasie. De ondertekening van een non-agressieverdrag is een oude eis van de Noord-Koreaanse regering.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell ging maandag niet in op de mogelijkheid van een non-agressiepact. „Noord-Korea weet dat de Verenigde Staten niet van plan zijn een oorlog met Noord-Korea te beginnen”, zei Powell tijdens gesprekken met de Japanse ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken.
De Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung riep maandag op tot een vreedzame dialoog. „Wij keuren Noord-Korea’s bezit van kernwapens af, maar de kwestie mag niet worden opgelost door een oorlog of door een Koude-Oorlogssysteem te versterken”, zei hij.
Afgelopen week maakte Noord-Korea al bekend dat het een kernreactor die het in 1994 op grond van een akkoord met de VS sloot met onmiddellijke ingang weer in gebruik nam. Dat zou noodzakelijk zijn omdat het land te kampen heeft met een acuut energietekort, doordat de VS hun olieleveranties aan het land hebben opgeschort. Dat gebeurde nadat Noord-Korea het bestaan van een nieuw nucleair programma had onthuld. De kernreactor werd begin jaren ’90 gebruikt voor de ontwikkeling van kernwapens.
Maandag beschuldigde een woordvoerder van het Noord-Koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de VS ervan het geven van voedselhulp aan Noord-Korea tegen te houden. „De Verenigde Staten hebben tot nu toe gezegd dat hulp aan Noord-Korea losstaat van de nucleaire kwestie”, aldus de woordvoerder, „maar zelfs vertegenwoordigers van de regering zeggen openlijk dat van hulp geen sprake kan zijn tenzij Noord-Korea onredelijke eisen inwilligt zoals de eis dat het hele land moet worden opengesteld.”
Eerder deze maand zeiden de VS dat ze toekomstige voedselhulp aan Noord-Korea zullen laten afhangen van de bereidheid van dat land om internationale waarnemers te laten toezien op de distributie van die hulp. Dit naar aanleiding van de klacht van buitenlandse hulpverleners dat ze uit grote delen van het land worden geweerd. De verdenking bestaat dat het voor de bevolking bedoelde voedsel bij het leger terechtkomt.
De Amerikanen verzekeren echter dat ze de levering van voedsel niet laten afhangen van de nucleaire kwestie. Sinds de val van het Sovjetregime en door een aantal natuurrampen lijdt het communistische Noord-Korea (6,4 miljoen inwoners) honger. De Verenigde Naties deden begin december een noodoproep voor ruim 200 miljoen dollar. „En meteen na deze oproep begonnen de VS met hun valse anti-Noord-Korea-propaganda”, zei maandag een woordvoerder van het Noord-Koreaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.
De Rode-Kruisorganisaties van Noord- en Zuid-Korea ontmoetten elkaar maandag. Ze spraken over het grensverkeer en over de hereniging van families die zijn gescheiden door de grens tussen de beide Korea’s. Hulporganisaties schatten dat sinds 1995 zeker 2 miljoen Noord-Koreanen zijn gestorven door ondervoeding. Tienduizenden zouden door de honger op de vlucht zijn geslagen richting China. Velen hopen in het kapitalistische Zuid-Korea te komen.
Twintig vluchtelingen arriveerden maandag daadwerkelijk in Seoul, waarmee het totale aantal naar Zuid-Korea gevluchte Noord-Koreanen dit jaar op 1000 is gekomen. Dat is twee keer zoveel als vorig jaar.
Beide Korea’s verkeren formeel in staat van oorlog met elkaar, omdat na de Korea-oorlog (1950-1953) nooit een vredesverdrag is getekend. De Amerikanen hebben 37.000 militairen geposteerd aan de Zuid-Koreaanse zijde van de grens.