Troostgrond
„…zalig zijn de doden die in de Heere sterven.”Openbaring 14:13
Dit alles is geschreven tot opwekking van de gelovigen om deze troost bij zichzelf weg te leggen. Verder moeten zij, moet u, God voor deze ver-troostingen zegenen, omdat Hij zo’n wonderlijke goede zorg voor u, in uw leven en in uw dood, en na uw dood heeft willen dragen.Het is ook geschreven om God daarvoor te danken, dat het Hem door genade heeft goed gedacht om u tot zo’n gelukkige staat te brengen, en niet in zo’n staat te laten waarin u geboren bent. Te danken dat Hij Jezus Christus heeft gezonden en dat Hij de genade in Hem zo heeft uitgebreid dat u daarin besloten bent. Dit moest u met David in verrukking en in verwondering doen uitroepen: „Wie ben ik Heere Heere, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt?”
Wij vermanen u om zo te leven dat u in Christus zal mogen sterven. Dat sterven heeft zo’n vertroosting tot gevolg die in de gehele wereld niet te vinden is. Al was er geen andere beweegreden om uw roeping en verkiezing vast te maken, zo zou deze u genoeg kunnen zijn. Want deze dingen kunnen zo veel troost tegen de dood verschaffen. Het moeten de zekerste gronden van alle vertroosting zijn.
James Durham,predikant te Glasgow
(”De zaligheid der doden”, 1735)