Salman de Titanische in gevangenschap overleden
De beruchte Tsjetsjeense veldheer Salman Radoejev (1967-2002) is overleden. Volgens de Russische justitie is hij het afgelopen weekend bezweken aan de gevolgen van een hersenbloeding.
Dit gebeurde in een strafkolonie nabij de Russische stad Perm. Hier zat Radoejev een levenslange gevangenisstraf uit. Hij was de enige vooraanstaande Tsjetsjeense rebel die ooit door de Russische autoriteiten is gearresteerd en veroordeeld.
Aanvankelijk was de beruchte veldheer al in maart 1996 dood verklaard. Bij een aanslag op zijn leven ontplofte een kogel binnen in zijn schedel. Daarbij verloor hij een oog en raakte ook een deel van zijn schedel zwaar beschadigd. Toch verscheen hij vier maanden later weer voor de camera’s.
Hij bleek in Duitsland een serie operaties te hebben ondergaan. Daarbij was onder meer een aantal titaniumplaten in zijn schedel aangebracht. Daarom luidde sindsdien zijn bijnaam Salman de Titanische. Overigens hadden de artsen de Tsjetsjeense strijder vooraf een contract laten ondertekenen. Daarin moest hij beloven geen wraakacties te ondernemen indien het resultaat van de operaties hem niet zou welgevallen.
Radoejev stond immers bekend als een wrede en meedogenloze rebel die voor niets of niemand terugschrok. Zijn beruchtste daad was de gijzelingsactie in een ziekenhuis in de Dagestaanse stad Kizliar in januari 1996. Daar zaten meer dan 2000 patiënten, verpleegsters en artsen twee weken lang vast.
Na moeizame onderhandelingen kregen Radoejev en zijn rebellengroep van de Russen een vrije aftocht gegarandeerd naar hun republiek, samen met een groep gegijzelden. Maar aan de grens met Tsjetsjenië nabij het dorpje Pervomaiskoje blokkeerde het Russische leger alsnog de Tsjetsjeense colonne. Er ontstond een veldslag die maar liefst acht dagen duurde en honderden Russen en Tsjetsjenen het leven kostte. Maar Radoejev ontkwam veilig naar Tsjetsjenië.
Net als de meeste andere prominente Tsjetsjeense rebellen leidde Salman de Titanische tot begin jaren negentig een normaal burgerbestaan. Hij was onder meer secretaris van de communistische jongerenvereniging Komsomol op een school voor middelbaar beroepsonderwijs en werkte vervolgens bij een bedrijf gericht dat was op buitenlandse handel.
Maar toen Dzjochar Doedajev begin jaren negentig de Tsjetsjeense onafhankelijkheid uitriep, sloot Radoejev zich direct aan bij de gewapende strijd. Niet helemaal vreemd, aangezien hij de schoonzoon van Doedajev was. In 1992 werd Radoejev commandant van de zesde brigade van het Tsjetsjeense ’leger’.
Tijdens de Eerste Tsjetsjeense Oorlog (1994-1996) was hij direct betrokken bij gevechten tegen het Russische leger. Hij had toen de leiding over meer dan tienduizend rebellen en werd gezien als een van de machtigste Tsjetsjeense veldheren.
Na het vredesakkoord in augustus 1996 zou zijn invloed snel afnemen. Hij lag voortdurend overhoop met de nieuw gekozen president, Aslan Maschadov, maar ook met andere rebellenleiders, zoals Sjamil Basajev en Chattab.
Wel verscheen hij in die jaren regelmatig in generaalsuniform met rijen medailles en een veel te grote zonnebril op voor westerse camera’s om alle mogelijke Tsjetsjeense bomaanslagen in Rusland op te eisen. Maar deze claims bleken achteraf bijna allemaal vals. Feitelijk was zijn rol op dat moment al uitgespeeld in Tsjetsjenië.
Toen in augustus 1999 Basajev en Chattab Dagestan binnenvielen en de Tweede Tsjetsjeense Oorlog begon, hield Radoejev zich bewust afzijdig. De Russen probeerden hem vervolgens te gebruiken om Basajev in handen te krijgen. Ze beloofden Radoejev een miljoen dollar te betalen indien hij zijn voormalige bondgenoot zou overdragen.
Salman de Titanische was niet ongevoelig voor dit voorstel. Maar het bleek een val. Niet Basajev, maar hijzelf werd als gevolg hiervan in maart 2000 gearresteerd. Dat kwam het Kremlin goed uit. Er waren namelijk Russische presidentsverkiezingen op komst.
De arrestatie van Radoejev was koren op de molen van kandidaat Vladimir Poetin. Het Kremlin verspreidde direct foto’s van de gearresteerde Radoejev zonder traditionele baard en zonnebril. Zijn zichtbaar zwaar verminkte gezicht met één oog ontlokte toen bij Poetin een reeks schampere opmerkingen over zijn uiterlijk.
Eind 2001 had het definitieve proces tegen Radoejev plaats. Hij werd tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Ook een aantal medestanders van de Tsjetsjeense veldheer kreeg zware gevangenisstraffen.
Een van hen, Toerpal-ali Atgerijev, overleed al in augustus in gevangenschap. Volgens justitie aan leukemie. Maar volgens zijn familie leed hij helemaal niet aan deze ziekte en is hij bezweken aan verwondingen opgelopen door mishandelingen.
Ook over de juiste oorzaak van Radoejevs dood, net vijf maanden na de dood van Atgerijev, bestaan de nodige twijfels. Zij lijken de positie te versterken van degenen die tegen de uitlevering zijn van een andere Tsjetsjeense rebel, Achmed Zakajev, die zich nu in Londen bevindt. Een van hun argumenten is namelijk dat Zakajev gevaar loopt in een Russische gevangenis te bezwijken aan de gevolgen van mishandelingen.