Dat bleek gisteravond tijdens een interpellatiedebat dat werd aangevraagd door de CU. Dit was het eerste interpellatie-debat in de geschiedenis van de gemeente.De CU stelde de zaak aan de orde, nadat B en W van Giessenlanden eind januari maatregelen aankondigde tegen de tekst ”Jezus redt” die prijkt over de volle breedte van het dak van een woonboerderij aan de Van Langeraadweg in Giessenburg. Bewoner J. van Ooijen werd eerder door de gemeente gemaand de tekst te verwijderen. Giessenlanden had problemen met de grootte en de scherp aftekenende witte kleur van de letters. van Ooijen liet via de media weten dat hij de overheid zou gehoorzamen.

Toen later bleek dat hij juridisch mogelijk sterk staat, trok hij die toezegging in. Van Ooijen kreeg van de gemeente acht weken de tijd om de tekst van zijn dak af te halen. Wanneer dat eind maart niet is gebeurd, legt Giessenlanden hem een dwangsom van 500 euro per week met een maximum van 13.000 euro op. Zo nodig kan de gemeente daarna opnieuw een dwangsom met hogere bedragen opleggen of overgaan tot bestuursdwang. Volgens voorlichter Mathilda Poirot hebben Van Ooijen en zijn advocaat inmiddels bezwaar aangetekend tegen de eis van de gemeente.

CU-fractieleider J. Verspuij vroeg zich gisteravond af of het beroep dat Van Ooijen doet op godsdienstvrijheid door het college minder belangrijk wordt geacht dan het handhaven van regels. Verspuij betreurde het dat de zaak zo is geëscaleerd. „Was er geen betere oplossing mogelijk? Welke pogingen zijn ondernomen om tot overeenstemming te komen? Hebt u de inwoner suggesties gedaan de tekst zo aan te passen dat de regels niet worden overtreden?” Anderzijds benadrukte Verspuij dat de regels wel degelijk moeten worden gehandhaafd.

Portefeuillehouder B. Buddingh vond dat er slechts sprake is van een handhavingskwestie. „Niet meer en niet minder. Vrijheid van godsdienst en vrijheid van meningsuiting zijn niet in het geding. De criteria in de welstandsnota zijn objectief. Niet de inhoud van de tekst, maar de manier waarop deze naar buiten wordt gebracht, is reden om op te treden.”

Vandaar dat het college niet is afgeweken van de normale procedure. „Of het nu gaat om constructiefouten in bouwwerken, of om een tekst op een dak in het landelijk gebied; het enige dat wij doen is zorgen dat de regels worden gehandhaafd die we op democratische wijze hebben vastgesteld.”

Buddingh werd gesteund door de overgrote meerderheid van de raad. PvdA’er A. Beumken stelde dat het hier niet gaat om vrijheid van meningsuiting, maar om „vrijheid van provocatie.” CDA-voorman H. van Vuren constateerde dat de overheid het zwaard niet tevergeefs draagt. „We moeten terughoudend zijn met regels, maar de regels die er zijn moeten we handhaven. Daarover valt niet te onderhandelen. Straks staat er op een dak ”Jezus redt niet”, of ”Allah is groot”, dan treden we ook op.”

SGP-fractieleider J. Lock liet weten dat de tekst het hart van zijn partij raakt. „Alleen is het de vraag hoe dat moet worden uitgedragen. Wij zijn voor het handhaven van regels, maar dit had anders kunnen worden aangepakt. De waarheid van de daktekst is niet klein te krijgen, ook niet wanner die weg moet.”

Wethouder Buddingh deelde mee dat er vanwege alle commotie rond deze kwestie begin maart een gesprek staat gepland tussen de gemeente en Van Ooijen. Bovendien heeft het college besloten voortaan eerst met betrokkenen te bellen voor er een formele brief wordt verstuurd. „We hadden nooit voorzien dat het zo veel aandacht van de media zou krijgen en zou leiden tot een interpellatiedebat. Het is een gewone handhavingszaak.”