Zelfvertrouwen maakt werklozen kansrijker
Langdurig werklozen vinden sneller een baan als zij over meer zelfvertrouwen beschikken. Dat is een van de belangrijkste tussentijdse conclusies van onderzoeksinstituut TNO Arbeid, dat in Lelystad ruim een jaar lang drie verschillende begeleidingsmethoden voor werklozen met elkaar heeft vergeleken.
Aan het project doen in totaal 150 werklozen mee. Zij werden door het lot verdeeld over de drie uiteenlopende begeleidingsvormen. Het experiment loopt nog, maar onderzoeker R. Blonk van TNO durft nu al te stellen dat het uit Amerika gekopieerde JOBS-programma de beste methode is. Het gaat daarbij om een relatief kort programma, dat veel aandacht besteedt aan het opvijzelen van het zelfvertrouwen van de deelnemers.
Volgens Blonk blijkt JOBS een hele goede manier om langdurig werklozen aan een baan of een beroepsopleiding te helpen. Van de deelnemers die aan deze begeleidingsmethode hebben meegedaan, is 23 procent inmiddels weer actief aan het werk of met een baangerichte opleiding bezig. Bij de in Nederland gebruikelijke begeleiding, die zich beperkt tot een halfjaarlijks gesprek, is dat maar 10 procent.
Ook de Lelystadse variant op het zogenoemde persoonsgebonden budget bleek slechts voor een op de tien werklozen de weg naar een baan. Blonk verwacht dat die cijfers nog wel iets hoger zullen worden, omdat de effecten van die begeleidingsmethode zich waarschijnlijk pas op langere termijn voordoen. De deelnemers kregen een budget om bijvoorbeeld scholing of naschoolse opvang in te kopen. De resultaten daarvan zijn niet altijd meteen te zien.
Het JOBS-programma blijft desondanks de winnaar, aldus Blonk. Die begeleidingsmethode hielp de grootste groep werklozen aan de slag en versterkte het zelfvertrouwen onder de deelnemers het meest. Een van de onderdelen is bijvoorbeeld het voeren van sollicitatiegesprekken. TNO heeft bij het onderzoek hulp van de gemeente Lelystad. Het project kost bijna 1 miljoen euro. Een groot deel wordt betaald uit Europese subsidies.