Körber voegde eraan aan toe dat „binnen afzienbare tijd” geen verandering wordt voorzien. Verschillende landen hebben voor eurobiljetten in kleine coupures gepleit, waaronder Italië, dat vroeger een biljet van 1000 lire (52 eurocent) had, en Oostenrijk, waarvan het 20-schillingbiljet 1,46 euro waard was.

Overigens had Oostenrijk ook een munt van 20 schilling, maar die werd volgens het hoofd van de Oostenrijkse centrale bank, Klaus Liebscher, nauwelijks gebruikt.

ECB-woordvoerder Körber waarschuwde dat bankbiljetten duurder zijn, omdat ze veel sneller slijten dan munten en eerder vervangen moeten worden. Voorts kunnen de ministeries van Financiën van de eurostaten dwarsliggen omdat zij aan de productie van munten verdienen. Ook de automatenbranche, die vorig jaar veel geld en moeite heeft gestoken in het aanpassen van apparaten aan de nieuwe munten, zal niet blij zijn als die munten door bankbiljetten worden vervangen.