Eis: 30 maanden voor overval in Apeldoorn
De openbaar aanklager in Zutphen heeft dinsdag tegen de 19-jarige A. A. A. uit Apeldoorn een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, geëist wegens een gewapende overval.
A. wordt er samen met twee anderen van verdacht dat hij op 4 april vorig jaar een overval heeft gepleegd bij Bristol in de Mariastraat in Apeldoorn. Hierbij werden drie personeelsleden met vuurwapens bedreigd en moest een van hen de kluis openen. De buit bedroeg 2711 euro.De strafzaak tegen een zeventienjarige medeplichtige werd achter gesloten deuren behandeld. De rechtbank besloot tot aanhouding voor psychische rapportage. De minderjarige zou samen met A. de overval hebben voorbereid en uitgevoerd.
De 22-jarige D. H., net als de anderen afkomstig uit Apeldoorn, zou een celstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, en verplicht reclasseringscontact moeten krijgen. H. bekende dat hij als chauffeur was opgetreden en het stel na afloop van de overval had opgewacht.
Het openbaar ministerie denkt dat A., de zeventienjarige en mogelijk ook H. de daders zijn van een overval bij de Schoenenreus in februari 2008. Net als bij Bristol had A. ook daar stage gelopen.
De 19-jarige had tot dinsdag volgehouden dat hij niets met de overval te maken had, maar wijzigde aan het begin van de strafzitting zijn proceshouding. Volmondig erkende hij nu zijn deelname en vertelde over de voorbereidingshandelingen. Zo bestond de vermomming uit panty’s en bivakmutsen en werden er twee wapens gebruikt, waarvan er een echt en een nep was. Geen van de verdachten wist te vertellen wie de wapens had geregeld.
Volgens A. had zijn bekentenis te maken met de impact die de overval op de slachtoffers heeft gehad. Twee van hen eisen 1300 euro smartengeld van de verdachte; Bristol wil 2546 euro betaald zien. Dit bedrag werd besteed „om het personeel weer een beetje op te peppen.”
De officier benadrukte de gevolgen voor de werknemers van Bristol, „die gewoon hun werk deden.” Twee van hen moesten van de overvallers op de grond gaan liggen, de derde moest de kluis openmaken. A. gaf eerlijk toe dat hij had gedacht dat de buit groter zou zijn. Eigenlijk had het stel het geld niet eens nodig; ze werkten beiden, zijn niet verslaafd en hebben geen schulden.
Beide raadslieden benadrukten dat hun cliënten nog wel erg jong zijn en niet goed over hun daden hebben nagedacht. Zij vroegen de rechtbank de straffen te matigen. A. zit al vanaf april vorig jaar vast; H. werd in november aangehouden.
Uitspraak op 3 maart.