Kamer dwingt studie naar hsl–oost af
DEN HAAG (ANP) – Onder druk van de Tweede Kamer heeft verkeersminister Eurlings maandag nieuw onderzoek toegezegd naar de aanleg van een hogesnelheidsverbinding naar Duitsland na 2020.
Hij hield aanvankelijk de boot af, toen CDA–fractiewoordvoerder en partijgenoot Ger Koopmans de studie opperde. Volgens Koopmans is er sinds 2001, toen plannen voor een hsl–oost opzij werden geschoven, veel veranderd.Het aantal treinreizigers is niet alleen sterker gegroeid dan verwacht, ook het milieu moet zwaarder meetellen. „We hebben liever dat mensen met de trein reizen dan met auto of het vliegtuig, als dat kan”, aldus het Kamerlid. Verder is de economische samenwerking met Oost–Europa groter dan verwacht.
Het geld zou moeten komen uit de extra miljarden die beschikbaar komen als het MIRT–infrastructuurprogramma van Verkeer en Waterstaat wordt verlengd van 2020 tot 2028. De Kamer heeft een motie van CDA en PvdA over zo’n nieuw MIRT al aanvaard.
Eurlings zet met zijn huidige spoorbeleid in op veel meer treinen laten rijden. Hij wees erop dat onderzoek destijds uitwees dat een hsl–oost maar een paar minuten reistijdwinst oplevert. Koopmans kondigde daarop een motie aan, die op voldoende steun kan rekenen.
Volgens Eurlings hoeft het onderzoek niet tot een nieuwe hsl–verbinding te leiden. „Je kan ook op iets anders uitkomen, zoals optimalisering van bestaand spoor”. SP–Kamerlid Roemer voorspelde eerder al een „nieuw hsl–drama”, doelend op de problemen rond de HSL–Zuid tussen Amsterdam en Parijs.