Hardere aanpak kinderporno
Twee extra politieteams moeten de achterstanden in kinderpornozaken gaan wegwerken. Het gaat om tijdelijke teams, één in Noordoost-Nederland en één in Gelderland. De twee politieteams zullen zich vooral richten op het bewijzen dat mensen kinderporno bezitten.
Dat zei minister Hirsch Ballin (Justitie) donderdagavond in de Tweede Kamer. Daar had een spoeddebat plaats over het bericht dat momenteel 900 kinderpornozaken op de plank zouden blijven liggen.De minister verklaarde dat zeker niet al die zaken liggen te wachten op behandeling. Ruim 330 ervan worden momenteel uitgezocht door regionale politiekorpsen. De regio’s hebben daarnaast samen 169 kinderpornozaken waar ze nog niet aan toe zijn gekomen.
Bij het Korps landelijke politiediensten (KLPD) liggen ruim 400 dossiers. Het KLPD doet in die zaken vooronderzoek, waarna ze worden overgedragen aan de regiopolitie. Desondanks noemde Hirsch Ballin de achterstanden in kinderpornozaken te groot. Hij wijt dat mede aan een tekort aan rechercheurs die kinder-porno digitaal opsporen.
Verspreiding van kinderporno via internet heeft geleid tot een forse toename van het aanbod aan kinderporno. De politie wordt hierdoor geconfronteerd met een forse toename aan zowel nationale als internationale kinderpornozaken.
Volgens de politie betekent uitgebreid recherchewerk meer menskracht en kan een onderzoek daarom langer duren.