„Kerkrecht kun je nooit loskoppelen van theologie”
In zijn boek probeert hij kerkrechtelijke vragen transparant te maken tot op hun theologische lading. „En dan kom ik bijvoorbeeld tot de conclusie dat de kerkorde van de Protestantse Kerk te weinig mogelijkheden biedt om echt een missionaire kerk te zijn.”
Prof. dr. L. J. Koffeman, hoogleraar kerkrecht en oecumene aan de Protestantse Theologische Universiteit te Utrecht, heeft er zich niet gemakkelijk van afgemaakt. Zijn nieuwste boek, dat donderdagmiddag officieel werd gepresenteerd, telt maar liefst 366 bladzijden. Onder de titel ”Het goed recht van de kerk” probeert hij aan te tonen dat kerkrecht niet iets stars en statisch is en dat kerkordelijke regels alles te maken hebben met theologische keuzes.De hoogleraar gaat in zijn boek in op verschillende actuele kwesties. Zo besteedt hij vrij uitvoerig aandacht aan de zelfstandigheid van gemeenten in de Protestantse Kerk en in de vroegere Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland. „Ik denk dat gereformeerden wel eens te sterk inzetten op de plaatselijke gemeente. Wat dat betreft kunnen we leren van de Rooms-Katholieke Kerk met haar aandacht voor de wereldkerk, de Una Sancta. Een kerk is volgens mij altijd bedoeld om een bovenplaatselijke vorm te hebben. En dan niet in de vorm van een ketting –de landelijke kerk– met kralen – de gemeenten. Want één kraaltje kun je makkelijk missen. Ik gebruik daarom liever het beeld van een net, de landelijke kerk, dat uit mazen, de plaatselijke gemeenten, bestaat. Zonder mazen geen net en zonder net geen mazen.”
Kritiek heeft hij op de Protestantse Kerkorde (PKO) waar het gaat over de mogelijkheden om op lokaal niveau missionair kerk te kunnen zijn. „Dat wil de Protestantse Kerk graag, maar de kerkelijke regels zijn hierbij een behoorlijke drempel. Dat heeft weer te maken met het sterk geografische denken van de PKO. Je kunt ergens maar niet zo een gemeente stichten. Dan moet je naar de classis, dan moeten er ambtsdragers zijn en noem het allemaal maar op. Die regels zijn normaal gesproken goed, maar het kan gemeenteplanting vanuit een oogpunt van evangelisatie in de weg staan.”
In zijn boek zoomt prof. Koffeman sterk in op de oecumene. „In de Protestantse Kerk in Nederland speelt nu heel erg de vraag of een kerkelijk werker, bijvoorbeeld als ouderling, ook het Woord en de sacramenten mag bedienen. Ik weet niet wat de synode in april uiteindelijk zal beslissen. Zo zouden de oecumenische verhoudingen met kerken in het buitenland sterk verstoord kunnen raken als bijvoorbeeld de bediening van Woord en sacrament losgemaakt wordt van het predikantsambt. Met alle respect, maar van iemand die goed piano kan spelen, kun je tijdens de kerkdienst nog vragen of hij voor één keertje achter het orgel wil kruipen. Maar dat kan niet bij iets dat zo belangrijk is als de bediening van Woord en sacrament.”