De overblijfselen van nederzettingen dateren uit de bronstijd (3000 tot 800 voor Christus) tot en met de periode na de middeleeuwen. Uit het hele tijdvak zijn sporen gevonden, zo heeft wethouder H. van Brummen van de gemeente Oosterhout gisteren laten weten.Archeologen brachten aan de hand van proefsleuven het gebied van 41 hectare tussen het Markkanaal en de Weststadweg in kaart. Van de nederzettingen waren alleen nog maar sporen zoals verkleuringen in de zandgronden aanwezig.

De archeologen zijn niet gestuit op veel vondsten zoals scherven, potten of metaal. Maar wat ze hebben aangetroffen, vertelt veel over de bewoning van het gebied, aldus wethouder Van Brummen. „Het gebied heeft door de eeuwen heen een grote aantrekkingskracht op bewoners gehad.”

Het onderzoek toont aan dat bewoners in de middeleeuwen hun woningen plaatsten op een voormalig urnenveld. „Ze bouwden er doelbewust overheen, om daarmee het heidense landschap uit het verleden te kerstenen.”