Relaxte Jood met antenne voor orthodoxie
Wat is een Jood? Iemand die de Joodse religie aanhangt? Iemand die zich tot het Joodse volk rekent? Of iemand die de benaming puur door afstamming en cultuur draagt? Een Jood is het alledrie, zegt Elise Friedmann. Zij is sinds deze maand de nieuwe hoofdredacteur van het Nieuw Israelietisch Weekblad (NIW). Ofwel: het hoofd van de spreekbuis van Joods Nederland.
Dat Joods Nederland misschien wel zo breed is als het ernstig verdeelde christendom, zal niemand ontkennen. Dat het geen eenvoudige taak is om voor al die Joodse groepen één blad te maken, ook niet. Elise Friedmann (49) beaamt dat er vaak verschillende visies in het NIW te vinden zijn: over Israël, over religie. Maar het NIW is breder. „Religie is maar een onderdeel in de krant. Het gaat ook over cultuur en politiek.”
Uw voorgangster, Carine Cassuto, schreef geen commentaar. U begint daar weer mee. Hoe kunt u als NIW een hoofdredactioneel standpunt innemen met zo veel verschillende visies in uw achterban?
„De mensen moeten weten waar het NIW staat. Als je ons standpunt wilt omschrijven, is dat: kritisch achter Israël. De loyaliteit met Israël staat voorop. Maar verder komen er zeer uiteenlopende standpunten aan bod. Dat wil niet zeggen dat we het met iedereen eens zijn, dat zou niet eens kunnen. Zelfs binnen de redactie zijn er verschillen. Maar het commentaar zal negen van de tien keer gewoon gaan over wat er aan de hand is.”
En regelmatig is er wat aan de hand in Joods Nederland. De affaire-Gretta Duisenberg vormt er een sprekend voorbeeld van. En eerder dit jaar veroorzaakte een groep Joden in Nederland -georganiseerd in ”Een Ander Joods Geluid”- heel wat ophef door mee te lopen in een demonstratie tegen Israël, waarbij ook hakenkruizen getoond werden. Onbegrijpelijk, vond onder anderen orthodox rabbijn L. B. van de Kamp. Friedmann: „Ook ”Een Ander Joods Geluid” willen we regelmatig aandacht geven in het NIW, net zo goed als de orthodoxe vleugel. Het past binnen een goede Joodse traditie om overal over te discussiëren.”
Toch is er in elk geval één groep die de kolommen van het NIW zelden haalt: die van de Messiasbelijdende Joden. Friedmann: „Dat is vlees noch vis. Messiasbelijdende Joden zijn geen Joden en geen christenen. Ik plaats liever een artikel over religieuze christenen dan over christenen die voor Jood spelen.”
Christenen die voor Jood spelen? Is het niet zo dat het grootste gedeelte van de Messiasbelijdende Joden juist christen is geworden?
„Nee, dat is zeker niet waar. Het zijn bijna altijd christenen die zich tot het Jodendom bekeren, en niet andersom. Daarbij komt dat ze in Amerika vaak verschrikkelijk op de bekeertour zijn. Soms zie je dat in Nederland ook wel, zoals af en toe bij een organisatie als Christenen voor Israël. Maar ik heb de indruk dat ook daar verschillende groepen zijn. Iemand als Pee Koelewijn (de in november overleden ’motor’ achter CvI, JH) dacht breed. Hij wordt sterk gemist, ook bij Joden.”
De kersverse hoofdredacteur van de Nederlands-Joodse spreekbuis komt oorspronkelijk uit Rotterdam. Hoewel niet orthodox opgevoed, leidde Friedmann wel enige jaren een zeer traditioneel leven in de ’koosjere’ Joodse wijk van Londen. Van daaruit schreef ze regelmatig voor het NIW, evenals later vanuit Bern. Friedmann weet wat het orthodoxe leven inhoudt. Maar ook wat het seculiere leven betekent. „Ik ben een relaxte Jood. Maar ik heb ook banden met mensen die nergens aan doen -heel relaxte Joden- en met orthodoxen.”
Friedmann denkt dat een orthodox-Joodse levenswijze sterker ingrijpt in het dagelijks leven dan het christendom. „Het gaat over wat je eet, hoe je je kleedt en wat je doet. Ik heb de indruk dat ook ’warme christenen’ niet de hele dag dingetjes hoeven te doen voor hun geloof. Joden wel.” Zeker Joden in Nederland hebben het wat dat betreft niet gemakkelijk, vindt Friedmann. „Als je in de diaspora woont en je wilt als Jood leven, moet je het zelf maken. Mijn kinderen zeggen soms over mensen die in Israël wonen: „Dat is geen Jood, dat is een Israëli.” Hier kun je je het verschil tussen een seculier en orthodox leven niet permitteren. Als je hier de Joodse cultuur en alles wat ermee samenhangt loslaat, ben je weg.”
De Joden die er een orthodoxe levenswijze op nahouden zoals de thora voorschrijft, vormen maar een van de vele groeperingen, geeft Friedmann aan. De concrete verwachting van een messias leeft niet altijd even sterk. „Als iemand heel veel ophef veroorzaakt, zegt men in Israël: „Wat is er? Is de messias gekomen?” Maar dat is dus niet zo. Kijk maar om je heen. Als je let op de situatie van de Joden, lijkt het er nog niet echt op.”
Komt dat niet doordat mensen er zélf zo’n potje van maken? En bovendien: hoe kortzichtig is het om de messias af te schilderen als Iemand die slechts een vrederijk op aarde bewerkstelligt?
„Het Jodendom is een heel praktische godsdienst, hoor. Als wij het hebben over bevrijding, hebben we het over een bevrijding hier op aarde. De messias is geen theoretische persoonlijkheid. Als hij zijn volk gaat bevrijden, doet hij dat ook. Christenen praten veel meer over theorie en het hiernamaals. Zij hebben vaak een filosofische verhouding met God. In het Jodendom gaat het meer over de praktijk en het nu: het grijpt in het dagelijks leven in.”
Er zijn groeperingen die wel degelijk een heel concrete verwachting van de komst van de messias hebben, zegt Friedmann. „Mensen die werkelijk geloven dat het morgen kan gebeuren. Zeker als het erg slecht gaat, is er weer een stroming die zegt dat hij snel zal komen. Maar net zo goed als bij christenen, vormen dergelijke zeer religieuze mensen een kleine minderheid. De meesten geloven niet meer zo letterlijk. Dat geldt ook voor de 613 ge- en verboden waaraan een Jood zich volgens de thora dient te houden. Maar in hoeverre dat gebeurt, verschilt per persoon. Ik vind het belangrijk dat iedereen daar wel goed over nadenkt, zodat het een bewuste keuze is.”
Al die geboden in de thora hebben dus geen universele status.
„Volgens de thora zeker wel. De hele westerse samenleving is gebaseerd op universele waarheden waarmee de thora vol staat. Maar zoals gezegd is het Jodendom een praktische godsdienst. In de talmoed staat dat je niet het onmogelijke mag eisen van een mens. En als iemand toch al een beetje overtreder is door een klein gebod te overtreden, is het nog maar een klein stapje naar zwaarwegender overtredingen.”
Maar, benadrukt Friedmann, niet iedereen denkt er zo over. En dat geeft ook niet: „De diversiteit die er is, moet wel in het NIW terugkomen. Dat is mijn koers voor de komende jaren. Als ik niet vond dat elk van de Joodse stromingen een eigen inbreng moet hebben, zou ik niet voor het NIW willen werken.”