Het openbaar ministerie heeft in die periode geen vinger naar hem uitgestoken, beweerde een van R.’s advocaten, mr. S. Janssen, dinsdag in de gerechtsbunker in Amsterdam. Daarmee heeft het OM het recht op vervolging van R. verspeeld.Jesse R. werd in februari 2007 in Marokko gearresteerd, op verzoek van justitie in Nederland, als verdachte in het onderzoek naar de liquidaties. Hij zat vervolgens elf maanden in het Noord-Afrikaanse land achter slot en grendel.

Aanvankelijk zat hij met vijftig man in één ruimte, aldus Janssen. Nadat de Nederlandse justitie informatie had doorgespeeld aan haar Marokkaanse collega’s over mogelijke ontsnappings- en zelfmoordplannen van R., belandde hij in een eenmanscel. Daar liepen ratten rond.

R. mocht niet luchten en douchen, kreeg soms dagen niet te eten en werd met enige regelmaat door bewaarders mishandeld, verhaalde de raadsman. Daarmee zijn volgens hem elementaire rechten van R. geschonden.

Janssen houdt het OM verantwoordelijk voor het zijns inziens onmenselijke detentieregime van R. in Marokko. Hij hekelde het feit dat R. geen contact kon hebben met zijn Nederlandse advocaat, waardoor hem de mogelijkheid werd ontnomen zijn penibele situatie in de Marokkaanse gevangenis naar buiten te brengen. Ook dat rekent Janssen de Nederlandse autoriteiten aan. Later zal het OM reageren op het betoog van de advocaat. Saillant is dat Jesse R. zich heeft verzet tegen uitlevering naar Nederland.

Jesse R. geldt als de meest actieve verdachte in het totale dossier Passage. Hij zou bij vrijwel alle zaken betrokken zijn en zou zeker zes moorden op zijn geweten hebben. Hij verscheen maandag voor het eerst in de zittingszaal van de bunker in Amsterdam-Osdorp. Bij eerdere, voorbereidende zittingen liet hij telkens verstek gaan.

Advocaat P. Waarts vroeg de rechtbank het OM niet-ontvankelijk te verklaren en het voorarrest van Jesse R. op te heffen ten aanzien van twee zaken: de moord op Djordje Ilic en Samir Hadziselimovic (Ouderkerk aan de Amstel, 31 maart 1993) en de moord op Henie Shamel en Anne de Witte (Antwerpen, 8 mei 1993). Kroongetuige Peter la S. heeft hierover belastende verklaringen over Jesse R. afgelegd. Volgens Waarts moet aan de betrouwbaarheid van die verklaringen worden getwijfeld en ontbreekt het aan ander bewijs.

Voorzitter mr. F. Lauwaars van de rechtbank die het liquidatieproces Passage in Amsterdam behandelt, mag blijven. Een wrakingsverzoek van advocaat mr. P. Plasman, die een andere voorzitter wilde, werd gisteren niet gehonoreerd.

Plasman verdedigt vermeend moordmakelaar Fred R. De advocaat vindt dat het gevaar bestaat dat Lauwaars niet geheel onpartijdig is, omdat hij vorig jaar ook rechter was in de zaak tegen de moordenaars van cafébaas Thomas van der Bijl. De opdracht voor die liquidatie zou van Plasmans cliënt Fred R. zijn gekomen. De wrakingskamer van de rechtbank concludeerde dat de angst van Plasman niet gerechtvaardigd is. Maandag ontstond commotie over de samenstelling van de rechtbank. Eerder was mr. D. van den Brink voorzitter. Hij trok zich terug. Dat had niet te maken met bedreiging of gezondheidsproblemen.